Chat met ons

Speech Burgemeester 75 jaar bevrijding 18 september 2019

De speech van burgemeester John Jorritsma op de Bevrijdingsviering van Eindhoven.

Jongens en meisjes, Dames en heren, Geachte gasten

75 vrijheid. 75 jaar vrede.

Dat vieren en gedenken we als we zo meteen de vlam ontsteken. Die vlam luidt het begin in van een periode waarin we gedenken dat we een vrije samenleving hebben. Vele jaren vierden we hier op dit plein de bevrijding, in aanwezigheid van drie veteranen die in hun jonge jongensjaren daadwerkelijk op het 18 septemberplein stonden. Jongens die met gevaar voor eigen leven voor ons de vrijheid meenamen.

Ik heb het over Ken Thiis, Bill Pendel en Joe Cattini. Helaas is alleen de laatste nog onder ons, we hadden zo gehoopt dat ze gedrieën deze bijzondere editie van ons bevrijdingsfeest mochten meemaken. En we zijn heel dankbaar dat dat nog wel geldt voor Jo Catinni. En dit jaar is ook Armano Marquez er weer bij! Dames en heren, zij en al hun maten brachten ons, 75 jaar geleden, de vrijheid. En u zag hiervoor al vele foto’s met name van allerlei andere veteranen, hier op het plein massaal aanwezig. Ook zij brachten Nederland vrede en vrijheid.

Graag een warm applaus voor Ken, Jo, Joe, Armano en al deze mannen hier op het plein.

Zojuist hoorde u de nestor van onze Gemeenteraad, Dré Rennenberg, bij de inleiding  van de film die u zag over onze band met Bayeux. De Franse stad die in 1944 bevrijd is door het Britse Tweede Leger, dat uiteindelijk ook 18 september 1944 Eindhoven bevrijdde. Daar komt onze speciale band vandaan. Het hele college van Eindhoven heeft inmiddels de indrukwekkende stranden gezien in Normandië. Op een dag als deze hebben we die scherp voor de geest. Een kerkhof voor onze vrijheid.

 

Dames en heren, jongens en meisjes

75 jaar vrijheid heeft heel Eindhoven geïnspireerd tot vele initiatieven. Ik noem alleen al de exposities in het Van Abbe museum, over voorwerpen uit de oorlog en ‘Ooggetuigen uit de strijd’, met schitterende werken van Goya, Beuys en Dumas. Er zijn bevrijdingsconcerten, een boek over de bevrijding van Woensel, een bevrijdersboom, een fototentoonstelling met als thema, wat zou je nu zijn, als de oorlog nooit was afgelopen?’

De lijst met initiatieven is te lang om hier op te sommen, maar het is voor mij een bewijs dat de bevrijding leeft in Eindoven. Onze stad gedenkt haar verleden, en staat tegelijkertijd stil bij het heden en de weg daar naar toe. Dat is altijd het mooie van deze dag: het is iets van jong en oud, kijkt u maar eens om u heen op dit plein.

Een bijzondere manier waarop oud en jong verbonden zijn, is het boekje  ‘Ooggetuigen vertellen’. Verhalen van 26 Eindhovenaren, opgetekend door 20 studenten van het Summa-college. Studenten die aan ‘oorlog’ misschien niet meer denken aan de Tweede Wereldoorlog, maar aan Syrië. Die bij oorlogsgeweld niet aan de nazi’s denken, maar aan terrorisme. Zoals bij de Bataclan in Parijs of het concert van Arianne Grande in Manchester.

De jongeren van Summa doken in het donkere verleden van 40/45 en tekende verhalen op van 26 Eindhovenaren, getekend door de oorlog.

Zoals Frans Bouwman, die een geallieerd vliegtuig voor zijn ogen zag neerstorten. Het lichaam van de piloot was verkoold, behalve zijn metalen naamplaatje: Les Knight, van de Australische Luchtmacht. Samen met anderen heeft hij het lichaam begraven, met een Duitse soldaat aan het graf die de woorden sprak ‘Als we eenmaal dood zijn, zijn we geen vijanden meer’.

En dat is waar, dames en heren. De dood maakt geen onderscheid en verenigd ons allemaal, maar dat offer is te groot voor gelijkheid. Want we moeten het vóór de dood doen, samenleven. In vrede en vrijheid. Dat is een hele zware opdracht. Dat besef je pas bij het verhaal van Les Knight, met een deemoedige Duitse soldaat aan zijn graf.

Ik denk dat de jonge boekenschrijvers van het Summacollege ontdekten dat oorlogsverhalen van alle tijden zijn. Helaas. En ik hoop dat dat hun boek voor generatiegenoten een les is. Om de wereld van nu verder te brengen. En te koesteren wat wij hebben in Nederland.

 

Dames en heren, jongens en meisjes,

In het boek ook het schrijnende verhaal van Carla Verweij. Haar vader was politieman en ging voor de Duitse SD werken. Voor háár begón de oorlog op bevrijdingsdag. Vanwege de keuze - gedwongen keuze zegt ze zelf - van haar vader werd zij een outcast. Wat zelfs nog gold voor haar zoon, in de jaren 80 beschimpt op de middelbare school.

Zo blijft tot diep in vredestijd, de oorlog in een gezin woeden. Een oorlog die ze zelf op een dramatisch moment heeft afgeschud: op vakantie in Israël huilde ze uit bij een rabbijn, die haar vervolgens met mededogen begeleidde naar Yad Vasjem, het Israëlisch holocaust-monument.

Zelf heeft ze op deze manier geleerd, niet op het eerste gezicht te oordelen. Mensen een kans te geven, omdat iets niet altijd is wat het lijkt. Die kans had ze zelf ook graag gehad.

Ik vertel hier op dit plein haar persoonlijke verhaal, omdat het een heel erg belangrijke levensles is. Voor ons allemaal. Ik gun niemand een dergelijke ervaring, om op die manier tot het inzicht te komen dat we alleen goed kunnen samenleven, als we een open vizier hebben. Als we mensen een tweede kans geven. Door niet meteen te oordelen, maar bij jezelf te bedenken: ‘heb ík het wel bij het rechte eind’?

Die reflectie op onszelf, is tegenwoordig niet altijd aanwezig. Het wordt ons door de snelheid van de samenleving, door de aanwezigheid van social media, zó gemakkelijk gemaakt meteen een oordeel te hebben. En meteen te verspreiden. Vaak gebaseerd op het oordeel van gelijkgestemden, omdat logaritmes van de Googles en de Facebooks ons vooral denkbeelden voorschotelen waar we het mee eens zijn. En zo een kloof creëren met andersdenkenden.

 

Dames en heren, jongens en meisjes

De vrije meningsuiting in het westen ontstond in de 18e eeuw, na De Verlichting. Om je uit te kunnen spreken tegen de staat of het staatshoofd. Zo werden we in Europa vrije mensen, met vallen en opstaan.  Maar volgens Denker des Vaderlands Daan Roovers wordt deze vrije meningsuiting steeds vaker misbruikt voor persoonlijke doeleinden. Het is een vrijbrief geworden voor het recht om te beledigen – om alles over iedereen te zeggen.

We hebben vóór de zomer in deze stad een hele demonstratie-cyclus achter de rug, waarin we dit kenmerk terugzagen.

Zo ontstaat er een publieke sfeer waarin iemand met een grote mond de meeste aandacht krijgt. Op sociale media, maar ook in talkshows van de massamedia: liever een paar stevige one-liners die botsen, dan een genuanceerd gesprek.

We zijn bevrijd van een fysieke oorlog maar lijken terecht gekomen in een ‘verbale oorlog’, voornamelijk op sociale media...

Ik heb het in mijn speech van 4 mei ook al gezegd, nuance wordt vergeten of bestaat niet meer: je bent vóór of tegen… Waar is De Vraag gebleven? We stellen ons geen vragen meer. We vragen ons niet meer af hoe een ander aan een bepaalde mening komt. We vragen ons niet meer af of die mening van de ander hout snijdt.

We oordelen liever. Vaak in respectloze bewoordingen, die een ander belachelijk maken. Dan drukken we op de knop ‘send’. Weer een publieke ruzie, want honderden lezen het gelijktijdig en reageren erop. Zo wordt het scheldpartij van duizenden. Vaak over niks, maar de beledigingen vliegen je intussen om de oren.

Tegelijk: het is opvallend hoeveel genuanceerde mensen je in het dagelijks leven tegen komt. Gaat de knop dan ineens om, of is er iets anders aan de hand? Ik denk dat een hele grote groep mensen dit ongenuanceerde gescheld, dit ‘publieke debat’, noem ik het maar, de rug toekeert.

Dat zorgt voor verwarring: ze herkennen zich niet in de overal gehoorde mening van de straat, Maar zijzelf zijn ook straatbewoner. En zo gaat die grote genuanceerde middengroep twijfelen aan zichzelf. De tolerantie wordt zo in de waagschaal gelegd.

 

Daarom, Jongens en Meisjes, Dames en Heren, had ik de speech van vandaag die begon met 75 vrede en 75 jaar vrijheid, ook kunnen beginnen met 75 jaar verantwoordelijkheid. Gedenken is nadenken. Gedenken is een werkwoord. Vrijheid en vrede zijn dat eigenlijk ook.

Om in onze samenleving de vrijheid, die gepaard gaat met tolerantie, te behouden is hard werk. Maar het is het waard. Elk jaar zie ik dat weer bij de naturalisatie dag op 15 december. Waarin  we  opnieuw drie- tot vijfhondertal mensen Nederlander maken, met een openhartige ceremonie hier op het stadhuis. Met onze nieuwe Eindhovenaren.

Ze komen hier voor werk, liefde maar ook om een nieuw bestaan in een vreemd land op te bouwen. Omdat ze door oorlog en geweld van huis, haard en familie zijn verdreven...Ze willen hier voor henzelf en een toekomst bouwen. De dankbaarheid zie je dan in de ogen. En de trots, om voor de Nederlandse vlag een selfie te maken.

Dat zijn voor mij momenten die bewijzen dat we niet lichtzinnig moeten denken over onze vrede en vrijheid. Dat over de hele wereld do zovele begeerd wordt, dat ze haard en huis verlaten. Dat geeft ons de opdracht om elke dag keihard te werken voor een samenleving te blijven creëren voor iedereen. Met welke mening dan ook.

Laten we dit nog minimaal 75 jaar volhouden!