
Daarom regelen wij als gemeente maatschappelijke opvang. Hoe we daarover denken en op welke manier we de opvang inrichten, lees je op deze pagina. Ook vind je hier meer informatie over de huidige en toekomstige locaties voor dak- en thuislozen.
Ruim vierhonderd mensen in de regio Eindhoven hebben geen huis of thuis. Door stomme pech, verkeerde keuzes, een verward hoofd of een beschadigd hart. Ze staan vaak dichterbij dan je denkt. Het kan je collega zijn, de buurvrouw, je broer of je klasgenoot. Geen dakloze is hetzelfde. In een maatpak of een jas met gaten, iedereen wil een veilig thuis. Daarvoor is meer nodig dan alleen een tijdelijk bed, een warme douche en een goede maaltijd.
De gemeente Eindhoven wil dat mensen minder snel op straat komen te staan (preventie), door schuldenproblemen aan te pakken en waar mogelijk huisuitzettingen te voorkomen. Mocht iemand toch zijn huis kwijtraken, dan is er 24-uursopvang (basiszorg). Het streven is dat dak- of thuislozen met individuele hulp en begeleiding (maatwerktraject) weer zo snel mogelijk zelfstandig gaan wonen of naar een passende woonvorm gaan. Door het woningtekort is dit niet altijd mogelijk. Daarom bieden wij tijdelijke woningen aan. Mensen wonen hier zoveel mogelijk zelfstandig, maar krijgen wel de juiste, persoonlijke begeleiding. Op die manier kunnen ze problemen oplossen en leren voorkomen. De bedoeling is dat ze waar dat kan uiteindelijk weer volledig op eigen benen te kunnen staan. Ook dan houden we nog contact om een terugval te voorkomen (nazorg).
Onze visie staat beschreven in het Toekomstbeeld Maatschappelijke Opvang Eindhoven.
Video over maatschappelijke opvang Eindhoven 2021-2025
Veelgestelde vragen en antwoorden
Algemeen
Wat is maatschappelijke opvang?
De maatschappelijke opvang is de verzamelnaam voor hulp aan en opvang van dak- en thuislozen. Dat zijn mensen zonder vaste verblijfplaats. Zij slapen:
- In de (overdekte) openbare ruimte, op straat of bijvoorbeeld in een auto;
- In voorzieningen van de maatschappelijke opvang;
- Op niet-structurele basis bij vrienden, kennissen of familie.
De gemeente Eindhoven zorgt binnen de regio voor onderdak en begeleiding van deze dak- en thuislozen. Zij kunnen terecht bij de Inloop voor een maaltijd, douche en dagbesteding en als het nodig is bij een kortdurende 24-uursopvang (doel is maximaal 8 weken). Het streven is dat zij met individuele hulp en begeleiding weer zo snel mogelijk zelfstandig gaan wonen of naar een passende woonvorm gaan. Het liefst willen we dat ze meteen een vaste woonplek hebben. Dat is vanwege het tekort aan woningen niet altijd mogelijk. Daarom bieden we locaties voor tijdelijk wonen, waar zij zelfstandig kunnen wonen, maar wel de begeleiding krijgen die ze nodig hebben.
De 15 gemeentes die binnen de regio samenwerken op dit vlak zijn: Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Hoeveel daklozen zijn er in Eindhoven?
In Eindhoven zijn tussen de 400 en 500 dak- en thuislozen. Landelijk zien we dat het aantal dak- en thuislozen groeit. Ook zien we dat de groep steeds breder wordt. Naast mensen met complexe problemen, belanden ook jongvolwassenen op straat en melden mensen met economische problemen (werk en inkomen) zich voor hulp en opvang.
Heeft iedereen recht op een plek in de opvang?
Niet iedereen komt voor opvang in Eindhoven in aanmerking. Zo moet je bijvoorbeeld een aantal jaar in Nederland wonen en werken. Een specifieke groep die in de meeste gevallen geen recht heeft op opvang zijn arbeidsmigranten uit andere landen. Deze mensen zijn welkom bij een inloopvoorziening voor een douche en een maaltijd, maar ook voor bijvoorbeeld ondersteuning bij het vinden van werk. In de winter, wanneer het vriest, kunnen zij ook terecht in de winternoodopvang. Deze mensen worden begeleid door onder andere Barka. In overleg met het ministerie en andere grote gemeenten onderzoeken we wat we voor deze doelgroep kunnen betekenen.
Wat is de rol van de gemeente?
Het Regieteam van de gemeente bepaalt of iemand recht heeft op opvang. Voor de uitvoering van de opvang hebben we een contract met Springplank040 als hoofdaannemer. Springplank werkt nauw samen met onder andere Neos, Ervaring die Staat en het Leger des Heils. Deze partijen zijn ook het aanspreekpunt voor omwonenden van de verschillende opvanglocaties. Zij hebben de expertise, staan in zeer nauw contact met alle betrokkenen en kunnen snel schakelen. In sommige wijken maken zij per locatie in samenspraak met omwonenden, politie, handhaving en de gemeente een Buurt Beheerplan. Daarin staan afspraken over wie wat in welke situaties doet. De gemeente houdt in de gaten of de contractafspraken nageleefd worden en maakt het mogelijk om de opvang goed uit te voeren. Dat betekent ook dat we, als dat nodig is, op het gebied van wonen zorgen voor genoeg aanbod.
Eindhoven centrumgemeente
Eindhoven is -zoals dat heet- een centrumgemeente voor maatschappelijke opvang voor 15 gemeenten. Dat betekent dat de gemeente Eindhoven geld krijgt van het Rijk om opvang te bieden voor de hele regio. De centrale inloop en 24-uursopvang hebben daarmee een regionale functie. De regiogemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor preventie en nazorg.
Achterliggende gedachte
Hoe is maatschappelijke opvang geregeld in Eindhoven?
De aanpak dak- en thuisloosheid bestaat uit vier pijlers:
1. Preventie
Als mensen problemen hebben met schulden, zijn we er graag op tijd bij. Daarmee voorkomen we dat de situatie verergert en mensen hun huis kwijtraken. Zo probeert het team ‘Op tijd erbij!’ (gemeente en WIJeindhoven) te helpen bij betalingsachterstanden. Ook kijkt het team samen met inwoners hoe schulden kunnen worden betaald en welke regelingen er mogelijk zijn.
2. Basiszorg (centrale inloop en 24-uursopvang)
Centrale inloop:
De centrale inloopvoorziening is voor alle dak- en thuislozen en is dagelijks geopend van 9.00 tot 17.00 uur. Op de centrale inloop kunnen ze terecht voor:
- Postverstrekking en briefadres.
- Hulp bij regelzaken en financiën.
- Ondersteuning.
- Medische basiszorg.
- Activering naar hulp en werk/dagbesteding.
- Maaltijden.
- Wasmachines en douches.
24-uursopvang:
Er zijn verschillende voorzieningen voor 24-uursopvang in de stad voor mensen met vergelijkbare problemen. Na enkele weken opvang gaan deelnemers door naar kleinschaligere (tijdelijke) woonprojecten of woningen verspreid over de stad/regio om verder te gaan met hun begeleidingstraject. De centrale inloop en 24-uursopvang zitten nu niet gecombineerd op één locatie, maar dat willen we wel graag. Straks komt dit samen op Fuutlaan 10. Nu zijn de voorzieningen nog verdeeld over drie locaties. Hierover lees je meer in de alinea 'Waar zijn de plekken voor basiszorg, nu en straks?'.
3. Maatwerk (tijdelijk wonen)
Bij een locatie voor tijdelijk wonen hebben de voormalig dak- en thuislozen een eigen woonruimte en krijgen ze individuele begeleiding en ondersteuning. Individuele ondersteuning is gericht op met name huisvesting, werk/participatie, financiën én een ondersteunend netwerk. Zo werkt de inwoner, samen met de begeleider, aan zijn herstel en het opbouwen van een zo zelfstandig mogelijk leven. Ook hier zijn er verschillende locaties in de stad voor mensen met vergelijkbare problemen.
4. Nazorg
Als iemand zijn doelen heeft bereikt, is het fijn als het goed blijft gaan. Daarom zorgen we dat voormalig dak- en thuislozen die weer volledig zelfstandig wonen en leven, weten bij wie ze terecht kunnen bij problemen. Nazorg is belangrijk om mensen te blijven volgen en voorkomen dat dat mensen terugvallen in de oude situatie.

Samenwerking
Het opvangen van dak- en thuislozen doen we niet zelf. We hebben hiervoor een overeenkomst gesloten met stichting Springplank. Springplank040 voert de maatschappelijke opvang uit samen met Neos, Ervaring die Staat en het Leger des Heils.
Door de gezamenlijke en integrale aanpak verwachten we dat daklozen sneller in beeld zijn en geholpen kunnen worden. Daardoor worden problemen eerder opgelost en houden mensen meer vertrouwen in het vinden van een oplossing. In het Toekomstbeeld Maatschappelijke Opvang Eindhoven lees je er meer over.
Hoe verder na de eerste basisopvang?
(Tijdelijk) wonen
Na korte opvang in de 24-uursopvang gaan mensen zo snel mogelijk naar verschillende kleinschaligere (tijdelijk) woonprojecten of woningen verspreid over de stad met een persoonlijk begeleidingstraject. Tijdelijk wonen betekent dat een bewoner tijdelijk zelfstandig gaat wonen met begeleiding. Het doel is dat een bewoner doorstroomt naar een definitieve huisvestingslocatie. Gemiddeld is dat 1 à 2 twee jaar. De duur is afhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling die een bewoner doormaakt en beschikbare huisvesting. Op een tijdelijk wonen locatie gaan de voormalig dak- en thuislozen onder begeleiding (maatwerk) aan de slag met werk (betaald of vrijwillig), dagbesteding, financiën op orde brengen en een ondersteunend netwerk opbouwen.
Locaties voor (tijdelijk) wonen passen bij de manier waarop de gemeente denkt dat mensen zonder dak of thuis geholpen kunnen worden: zo snel mogelijk naar een eigen woonplek en meer regie over hun leven. Een zelfstandige woonplek biedt rust en ruimte voor herstel.
De verschillende opvangplekken
Waar zijn de opvangplekken, nu en straks?
Centrale inloop
De centrale inloop is aan de Visserstraat 11 in Eindhoven. Daar zijn professionals, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen aanwezig. Er is rust, koffie, een maaltijd, douches, wasmachines en medische zorg. Ter plekke wordt bekeken of de persoon recht heeft op opvang in Eindhoven. Vervolgens vindt er een intake plaats om vast te stellen waarbij iemand begeleiding nodig heeft.
24-uursopvang
- Barrierweg 178 (Neos): 24-uursopvang voor 25 personen + 1 adempauzeplek (een opvangplek voor iemand die tijdelijk uit zijn of haar omgeving moet worden gehaald).
- Bellefroidlaan 3 (Opstart040 Springplank): 24-uursopvang voor 30 personen + 2 adempauzeplekken.
- Mathildelaan 2a (Springplank): 24-uursopvang voor 36 personen.
Situatie van 1 mei 2023 tot opening Fuutlaan
Centrale inloop
De centrale inloop is aan de Visserstraat 11 in Eindhoven. Daar zijn professionals, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen aanwezig. Er is rust, koffie, een maaltijd, douches, wasmachines en medische zorg. Ter plekke wordt bekeken of de persoon recht heeft op opvang in Eindhoven en vindt er een intake plaats om vast te stellen waarbij iemand begeleiding nodig heeft.
24-uursopvang
- Tongelresestraat 502 (Opstart T Springplank): 24-uursopvang voor 25 personen + 1 adempauzeplek.
- Bellefroidlaan 3 (Opstart040 Springplank): 24-uursopvang voor 30 personen + 2 adempauzeplekken.
- Mathildelaan 2a (Springplank): 24-uursopvang voor 36 personen. Na verbouwing in 2024 wordt het een maatwerkvoorziening voor tijdelijk wonen.
Situatie vanaf opening Fuutlaan
- Fuutlaan 10 (Springplank): de voorzieningen voor basiszorg (centrale inloop en 24-uursopvang) komen straks (eerste kwartaal 2024) op een centrale plek in de stad samen op Fuutlaan 10.
- Bellefroidlaan 3 (Opstart040 Springplank): 24-uursopvang voor 30 personen + 2 adempauzeplekken.
Winternoodopvang
Daklozen die geen gebruik willen of mogen maken van de maatschappelijk opvang, kunnen bij winterkou en/of strenge coronamaatregelen vanuit het Rijk, gebruikmaken van de winternoodopvang. De winternoodopvang was dit jaar op het Trade Forum terrein naast het Campanile Hotel en is inmiddels gesloten. De komende twee winters komt de winternoodopvang op dezelfde locatie. Ga voor meer informatie naar eindhoven.nl/winternoodopvang.
Waar komen de (nieuwe) locaties voor tijdelijk wonen?
- Mathildelaan 2a: 18 woningen
- Cyclamenstraat 1 (de Zuidwester): 19 woningen
- Carmelitessenstraat 2 (Theresiakerk): maximaal 35 woningen (de precieze invulling van deze locatie wordt nog uitgewerkt)
In hoeverre onderzoeken jullie of een locatie wel passend is voor maatschappelijke opvang?
We doen in dit soort gevallen altijd een uitgebreid onderzoek naar de veiligheid, leefbaarheid en draagkracht van de buurt. Ook kijken we naar geschiktheid van het pand, de locatie en de spreiding in de stad. We maken altijd een zorgvuldige afweging tussen verschillende belangen en mogelijkheden.
Hoe worden deze locaties gekozen?
Bij de keuze voor een maatschappelijke opvanglocatie kijken we onder meer naar de geschiktheid van het pand en de spreiding van voorzieningen over de stad. Daarnaast wegen we ook leefbaarheid en veiligheid in de buurt mee.
Waarom nemen jullie het besluit voor nieuwe locaties zonder daar de omgeving in te betrekken?
Het is een onderwerp waar veel dilemma’s en complexe afwegingen om de hoek komen kijken. Als gemeente willen we dat Eindhoven een stad is waarin iedereen meetelt, kansen krijgt of geholpen wordt. Ook dak- en thuislozen. Daarbij moeten we altijd afwegingen maken tussen belangen van verschillende groepen, draagkracht van de wijk en behoefte aan ruimte in de stad om te wonen, werken en recreëren, om maar een paar voorbeelden te noemen. Bijna iedereen kan zich wel voorstellen dat er veel verschillende belangen zijn. Veel inwoners begrijpen ook waarom opvang voor voormalige dak- en thuislozen nodig is, maar mensen maken zich ook zorgen als die in hun buurt komt of willen het liever niet. Daarom heeft de gemeenteraad in een protocol (uit 2007) vastgelegd dat het college hier eerst het besluit in neemt en daarna hierover communiceert met direct betrokkenen en omgeving. Het college doet dat uiteraard op basis van een leefbaarheids- en veiligheidsanalyse en in afstemming met onder andere de politie.
Communicatie & contact
Wat kan ik doen om te helpen?
Je kunt je aanmelden als vrijwilliger bij Springplank via vacature@springplank.org.
Wat doen jullie om overlast rondom een locatie te voorkomen?
Wij als gemeente nemen overlast rondom een locatie serieus, maar ook Springplank speelt hier een grote rol in. Zij zijn als hoofdaannemer eindverantwoordelijk voor maatschappelijke opvang. Bij eventuele overlast is de organisatie die het pand beheert (Springplank, Neos, Ervaring die Staat of het Leger des Heils) het eerste aanspreekpunt. Zij kennen de doelgroep en kunnen snel handelen. Springplank werkt daarnaast proactief om de nieuwe doelgroep goed te laten landen in een wijk.
De beheerder van het pand stelt in de meeste gevallen samen met omwonenden en belanghebbenden een beheerplan op. Daarin staat duidelijk welke partij waarvoor verantwoordelijk en benaderbaar is. Ook de politie en de gemeente (gebiedscoördinator) zijn daarbij betrokken. De gemeente ziet erop toe dat de gemaakte afspraken nageleefd worden.
Waar kan ik met overlastmeldingen terecht?
Het eerste aanspreekpunt is de organisatie die het pand beheert (Springplank, Neos, Ervaring die Staat of het Leger des Heils) Deze organisatie verzorgt ook het contact en de communicatie met de omwonenden. Als dat geen bevredigende oplossing biedt, neem dan contact op met de gemeentelijke gebiedscoördinator van de betreffende wijk via 14 040.
Bel bij acute nood- of overlastsituaties de politie via 0900 88 44.
Kan ik meepraten over de locatie in mijn buurt?
Na een locatiebesluit gaan we met omwonenden in gesprek. Daarin nemen we de tijd en ruimte om een goed beeld te schetsen van de beoogde opvanglocatie en wat de buurt ervan kan merken. De buurt kan in de meeste gevallen meedenken over wat voor hen belangrijk is. Denk aan de plek van de ingang, veiligheidscontroles, of een vast aanspreekpunt. Voor de bestaande locaties kun je vaak ook meedenken over het beheerplan van de locatie.
Als gemeente moeten we ons ook houden aan de regels. Dat betekent dat wanneer het pand dat we op het oog hebben nog niet bestemd is voor maatschappelijke opvang, we, zoals dat heet, een ruimtelijke procedure moeten starten. Net als bij elke aanvraag voor en omgevingsvergunning heeft iedereen die daar belang bij heeft de mogelijkheid om een bezwaar in te dienen. We communiceren daarom ook transparant over de procedure en de inspraakmomenten.
Doelgroepen
Welke doelgroepen zijn er als het gaat om dak- en thuislozen?
Inwoners die gebruik maken van maatschappelijke opvang zijn 18 jaar of ouder en dak- of thuisloos. Deze groep is niet in staat om deze problemen zelfstandig (of met hulp van de sociale omgeving) op te lossen. Ze hebben daarnaast problemen op meerdere levensgebieden zoals gezondheid, financiën, wonen, dagbesteding en sociaal netwerk. In sommige gevallen is er sprake van psychische/psychosociale problemen en/of verslavingsproblematiek.
Omdat niet iedereen dezelfde of even zware problemen hebben, is het belangrijk dat elke persoon hulp op maat krijgt. We onderscheiden daarom drie doelgroepen binnen de maatschappelijke opvang: A, B en C.
Doelgroep A:
Mensen uit deze doelgroep hebben één groot probleem dat problemen op meerdere leefgebieden veroorzaakt. De hulpvraag is goed in te schatten en de problemen die spelen zijn niet belemmerend voor werk.
'Rob is een man van 45 jaar die heel zijn leven ondernemer is geweest. Door financiële tegenslagen en de coronapandemie is hij failliet gegaan en is zijn huwelijk op de klippen gelopen. Hierdoor is hij vervolgens zijn woning kwijtgeraakt. Hij heeft inmiddels een enorme schuldenlast en geen middelen om aan een woning te komen. Rob heeft een poosje bij vrienden/familie kunnen logeren, maar dat houdt nu op. Met veel moeite heeft Rob zich daarom gemeld bij de centrale inloop. Naast stress is er bij Rob geen sprake van psychische problematiek en is hij niet verslaafd. Hij wil zo snel mogelijk zijn financiën op orde krijgen, zijn schulden oplossen en aan het werk.'
Doelgroep B:
Er zijn verschillende grote problemen op meerdere leefgebieden, maar de hulpvraag is redelijk in te schatten. De problemen zijn belemmerend voor werk en deze zullen eerst aangepakt moeten worden om aan het werk te komen.
'Tessa is een 26-jarige vrouw en heeft na de scheiding van haar ouders een moeilijke periode doorgemaakt. Ze stopte met school en is gaan feesten met haar vrienden. Een periode met veel drugs en alcohol. Op jonge leeftijd ging ze uit huis om daarna bij verschillende partners in te wonen. Deze relaties bleken vrijwel allemaal ongezond en onveilig. Haar problemen hebben uiteindelijk geleid tot een opname op de PAAZ-afdeling van de ggz. Uit het behandelingstraject daar is de diagnose borderline vastgesteld. Tessa is gemiddeld intelligent, maar heeft door haar borderlinestoornis moeite met het stabiel houden van haar leven. Ze kan geen werk en relaties vasthouden en heeft maar een beperkte zelfreflectie. Na de zoveelste gebroken relatie en het daarmee verliezen van haar woonplek, heeft Tessa zich gemeld bij de centrale inloop. Tessa heeft borderline, hoge schulden, geen startkwalificaties, een koopverslaving en een cannabisverslaving.'
Doelgroep C:
Er zijn meerdere grote problemen op meerdere leefgebieden en er is sprake van (woon)overlast en/of geweld. De hulpvraag is moeilijk in te schatten en is volgens de persoon zelf niet aanwezig. De houding van de persoon maakt hulpverlening moeilijk. Dit moet eerst aangepakt worden om vervolgens de onderliggende problemen te kunnen behandelen.
'Fred is opgegroeid in internaten en is daarna naar het bijzonder onderwijs gegaan. Moeder was niet in staat hem op te voeden en vader was niet in beeld. Fred is op jonge leeftijd in aanraking gekomen met criminaliteit en harddrugs. Tot zijn achttiende woonde hij begeleid in de jeugdzorg, maar dit toezicht is daarna gestopt. Fred heeft op kamers gewoond en betaalde zijn huur met het geld dat hij verdiende op straat. In de jaren daarna is Fred meerdere keren opgenomen in verslavingsklinieken en bij de ggz. In die tijd is bij hem ADHD, PDD-NOS en een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Na zijn laatste opname is Fred op straat beland en heeft bijna tien jaar lang op straat geleefd. Nu hij ouder wordt, voelt hij de noodzaak zich te melden bij de centrale inloop. Fred heeft zware psychiatrische problematiek, PTSS door gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt op straat, geen werkervaring, geen diploma en hoge schulden.'
Eerst wonen
Hoewel de behoefte en vraag dus verschilt per doelgroep, begint de hulp voor iedereen met een woonplek en werk of zinvolle dagbesteding. Daarbij krijgen ze individuele ondersteuning om hun problemen op te lossen en leren voorkomen. Hierdoor kunnen ze meestal door- en uitstromen naar meer zelfstandige vormen van wonen en leven. Voor een kleine groep is blijvende ondersteuning nodig.