Chat met ons

Bestuursakkoord 2022/2026 - Hoofdstuk 3

Een innovatieve, ondernemende én sociale stad waar iedereen profiteert van de vooruitgang.

3.1 Brainport voor iedereen

Brainport Eindhoven is, met de unieke samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, dé innovatiemotor en aanjager van de Nederlandse economie. Onze kennisintensieve innovatieve maakindustrie, vooraanstaande kennis- en onderwijsinstituten en onze harde werkers ontwikkelen samen oplossingen voor de grote uitdagingen in de wereld. Denk aan de energietransitie, verduurzaming, digitalisering, zorg en gezondheid. Daar zijn niet alleen grote spelers zoals ASML, Philips, NXP, VDL en de Technische Universiteit Eindhoven bij betrokken. Maar ook duizenden MKB bedrijven in onze regio die onderdelen ontwerpen, ontwikkelen en produceren die door de grote spelers in hun eindproducten worden verwerkt. En dat doen ze met medewerkers op alle opleidingsniveaus: van knappe denkers tot vakkundige doeners. Daar zijn we trots op en dat koesteren we.

Tegelijk zien we dat de enorme groei van de grote bedrijven en de keten van innovatieve toeleverende MKB-ondernemingen daar omheen grote druk zet op onze stad. De prognose is dat er in 2040 ongeveer 300.000 inwoners zullen zijn. Daarnaast is de verwachting dat er regionaal 72.000 banen bijkomen. De komende periode moeten er dan ook minimaal 62.000 woningen worden bijgebouwd in de regio, waarvan 40.000 in Eindhoven. Dat legt niet alleen extra druk op de overspannen woningmarkt en de bereikbaarheid, maar ook op het samenleven in wijken waar veel nieuwe bewoners uit alle windstreken instromen. Groei betekent niet alleen vooruit kijken, maar ook achterom: kan iedereen wel meekomen? De verschillen tussen inwoners die wel en niet mee profiteren van de florerende Brainporteconomie worden steeds meer voelbaar. Hier willen wij zichtbaar verandering in brengen, maar daarvoor staan niet alleen wij aan de lat. Hier ligt ook nadrukkelijk een substantiële rol voor het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. ‘Noblesse oblige’: succes brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee.

Niet alle Eindhovenaren ervaren het succes van onze stad. Om dit te verbeteren, moeten we anders omgaan met welvaart, welzijn, groei en gelijke kansen. Die verantwoordelijkheid dragen we samen met onze Eindhovense maatschappelijke partners en het bedrijfsleven. Het wordt tijd om hier versnelling in aan te brengen, zodat iedereen deelt in het succes van Brainport. Daarom stelt dit college een stadsgezant ‘Brainport voor iedereen’ aan. D66 draagt hiervoor Janneke van Kessel voor.

Janneke gaat zich met de Sociale Brainport Agenda inzetten voor meer kansengelijkheid en brede welvaart in Eindhoven. We moeten zorgen dat inwoners een stevige stem hebben in de ontwikkeling van de stad. De samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven breiden we uit met maatschappelijke organisaties. En er wordt gezocht naar nieuwe ideeën en creatieve vormen om inwoners beter te betrekken bij beleids- en besluitvorming. Bestuurlijk valt de stadsgezant binnen de portefeuille van haar partijgenoot in het college.

Janneke van Kessel
(D66) Stadsgezant Brainport voor iedereen


SOCIALE BRAINPORT AGENDA

  • We waarderen de initiatieven die het Partnerfonds Brainport Eindhoven en Impact040 ontwikkelen om bij te dragen aan het terugdringen van bijvoorbeeld laaggeletterdheid en schulden. Maar de tijd van losse projecten is voorbij. Initiatieven moeten gebundeld en opgeschaald worden. Wij nemen de regie bij het ontwikkelen van een stevige Sociale Brainport Agenda met langetermijnperspectief. Deze agenda werken we in nauwe samenwerking met de bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners (hierna: partners) uit in concrete programma’s. We blijven als overheid zelf verantwoordelijk voor onze maatschappelijke opgaven, maar maken samen met de bedrijven afspraken hoe zij hier aan gaan bijdragen.
  • We kiezen voor een afgebakend aantal vraagstukken dat we gezamenlijk willen aanpakken, waaronder:
    1. onbenut arbeidspotentieel inclusief inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt
    2. kansengelijkheid / kansenagenda jeugd
    3. armoede en schulden
    4. de woningbouwopgave
    5. voorzieningen
    We denken dan bijvoorbeeld aan afspraken over: omscholingsfonds, baangaranties, aanpak laaggeletterdheid, jobcarving, stages, leer-werkplekken,  inbesteding, flex/vast, afspraken in de keten / Brainport zekerheidsclausule, Rijke schooldag, baangaranties, Brainport traineeship, cultuur, bibliotheek, sport, groen, etc....
  • Binnen een jaar maken we bindende en concreet geformuleerde afspraken met elkaar over doelen, mijlpalen en in te zetten capaciteit en middelen vanuit de verschillende partners, waarbij we oog hebben voor elkaars belang. Afspraak is afspraak; we zien erop toe dat afspraken ook worden nagekomen. Dat geldt dus ook voor de gemeente zelf.
  • We onderzoeken de beste samenwerkingsvorm, waarbij commitment en eigenaarschap van het bedrijfsleven geborgd worden, evenals de rol van de gemeente als hoeder van het publiek belang en bewaker van de ‘zachte stem’.
  • We nemen het initiatief voor een gemeenschappelijk fonds waaruit de programma’s en projecten kunnen worden gefinancierd. We verwachten van met name de grote bedrijven dat zij hieraan bijdragen. Ook kijken we naar mogelijkheden van cofinanciering vanuit de EU, het Rijk en/of de provincie.


DOORONTWIKKELING MAINPORTSTATUS

Het kabinet Rutte IV heeft in haar coalitieakkoord de ambitie verwoord om de mainportstatus van Brainport Eindhoven door te ontwikkelen. De huidige Brainport Nationale Actieagenda krijgt hiermee een vervolg. We werken hierin nauw samen met onze Triple Helix partners. We hebben een unieke positie: we zijn de enige regio die in het kader van (regionale) economische ontwikkeling expliciet benoemd is. Het rijk zet hier op in vanwege het belang van de bedrijven en kennisinstellingen voor het toekomstig verdienvermogen en de werkgelegenheid in Nederland. De mainportstatus biedt ons de mogelijkheid om het Rijk medeverantwoordelijk te maken voor onze grote opgaven.

  • We benutten deze unieke positie om de samenwerking met de provincie, het Rijk en Europa te intensiveren en daarmee krachten én middelen te bundelen op de opgaven die door Rijk en regio zijn gedefinieerd: 1. kennis, innovatie en ondernemen, 2. talent, arbeidsmarkt en 3. woon- en leefklimaat. We zetten niet alleen in op het sluiten van een nieuwe Regio Deal met het Rijk, maar benutten onze mainportstatus om in de breedte aanspraak te maken op rijksmiddelen en fondsen. Waaronder het klimaatfonds, het mobiliteitsfonds, het groeifonds, het volkshuisvestingsfonds en de woningbouwimpulsmiddelen. We bekijken dit vanuit de bril van brede welvaart.
  • De pijler woon- en leefklimaat richt zich in het bijzonder op één van onze grote opgaven: de groei van de stad en regio. Samen met onze partners zetten we in op forse investeringen vanuit het Rijk en de provincie in onze woningbouwopgave, onze mobiliteitsopgave en ons leefklimaat (voorzieningen, openbare ruimte en groen, samenleven).
  • Economische ontwikkeling is geen doel op zich, maar een middel voor brede welvaart (sociaal, economisch, menselijk en natuurlijk kapitaal). Het gaat niet primair om de bedrijven, maar om de welvaart en het welzijn van alle inwoners, nu en in de toekomst. Brede welvaart is ook nadrukkelijk uitgangspunt bij de aanvraag voor een nieuwe Regio Deal. Met onze monitor ‘brede welvaart’ houden we vinger aan de pols en monitoren we de effecten van de groeispurt op onze stad.
     

ONDERNEMEN

  • Startups en scale-ups zijn van groot belang voor onze regio. Om in de groeiende vraag naar werk- en bedrijfsruimten te voorzien, stimuleren we de ontwikkeling van nieuwe betaalbare broedplaatsen, werkplekken en bedrijfslocaties. Dit doen we bij voorkeur in bedrijfsverzamelgebouwen om ook ontmoeting, kruisbestuiving en innovatie te bevorderen.
  • We sluiten met onze gemeentelijke dienstverlening aan op ‘The Gate’, het gezamenlijke platform van de TU/e, Brainport Development, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM), Fontys Hogescholen en Summa College, waar startups in de eerste fase van hun bestaan terecht kunnen voor informatie en advies.
  • In ons inkoopbeleid maken we het mogelijk om vaker de samenwerking aan te gaan met lokale innovatieve startups die een bijdrage leveren aan onze maatschappelijke opgaven. Waar kansrijk, treden we op als launching customer. Kosten zijn niet het enige criterium waarop we selecteren. Ook hebben we oog voor de lokale MKB-ers. Zij zijn een belangrijke werkgever in de regio en een drijvende kracht van onze economie. We kopen zoveel mogelijk lokaal in en zoeken daarbij creatief naar wat mogelijk is.
  • We verminderen waar het kan de regeldruk voor MKB ondernemers en houden lokale regels tegen het licht om nut en noodzaak te heroverwegen. Hierbij geldt: ‘snappen of schrappen’.
  • Het ondernemersloket dat in de Coronacrisis is opgezet ontwikkelen we door naar een loket dat MKB-ers ook ondersteunt in hun ambities op het gebied van verduurzaming, digitalisering en internationaal ondernemen. We onderzoeken de mogelijkheden om hier samen met het Rijk en de provincie financiële middelen voor beschikbaar te stellen, naar het voorbeeld van de landelijke ‘MKB-deals’.
  • We ontwikkelen een stevige aanpak in samenwerking met de werkgevers, de werknemersverenigingen, het UWV, Ergon en de onderwijsinstellingen om tegemoet te komen aan de grote vraag naar werknemers in de tekortsectoren (verduurzaming, zorg, onderwijs, techniek, bouw, veiligheid). Zo willen we bijvoorbeeld dat er een ‘groene banenplan’ komt om werkzoekenden om- of bij te scholen voor een baan in de energietransitie. Het Huis naar Werk speelt hierin een cruciale rol en zet in op het begeleiden van mensen van uitkering naar werk, van werk naar werk en van onderwijs naar werk. We ondervinden grote hinder van knellende regelgeving en gescheiden verantwoordingseisen. We blijven daarom lobbyen bij het Rijk om budgetten voor omscholing en begeleiding ontschot in te kunnen zetten.
     

CAMPUSSEN EN BEDRIJVENTERREINEN

  • We zetten gericht in op het aantrekken van bedrijvigheid die bij ons innovatieve profiel past, met specifiek aandacht voor sociale, duurzame bedrijven. We willen voorkomen dat onze stad vol komt te staan met bijvoorbeeld ‘logistieke dozen’. Onze campussen en bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de stad en de banen van morgen.
  • Onze campussen (TU/e, HTC, Strijp-S / T en BIC) zijn de innovatie hotspots voor onze regio. Daarom verstevigen we de samenwerking tussen de campussen in een bestuurlijk campusoverleg, inclusief uitvoering. We stimuleren samenwerking en het maken van gezamenlijke afspraken op al onze bedrijventerreinen op het gebied van o.a. duurzaamheid, circulariteit, innovatie, veiligheid en vergroening.
  • Bij de programmering bedrijventerreinen zijn de huidige kaders leidend. We zien daarnaast dat de vraag naar ‘ruimte om te ondernemen’ stijgt. Om dit en nieuwe ontwikkelingen te faciliteren kijken wij nadrukkelijk naar de doorontwikkeling en uitbreiding binnen onze bestaande campussen. Dit vanuit de gedachte dat er zo gewerkt kan worden aan een sterk en innovatief vestigingsklimaat.
  • Bedrijventerrein de Hurk is een belangrijke plek voor onze werkgelegenheid en moet dat ook blijven. We zien echter ook dat er verbeteringen mogelijk zijn. We gaan daarom samen met bedrijven en bewoners van en rondom de Hurk een perspectief richting 2030 formuleren inclusief belangrijke mijlpalen. Hierbij spelen ondernemersklimaat, duurzaamheid, veiligheid, gezondheid en overlast een belangrijke rol. Dit gezamenlijke perspectief moet de aantrekkelijkheid en de balans tussen werken op het terrein en wonen in de omgeving verbeteren. We zitten op dit moment in een afronding van het traject rondom de woonboten en blijven bij de eerdere besluitvorming van Raad en College. Met de vijf meest overlastgevende bedrijven (Asfalt Centrale Eindhoven, ABZ Diervoeding, Mirec, Sonac en HKS) gaan we in gesprek en maken we afspraken over hun rol en verantwoordelijkheid in relatie tot omwonenden om tot een optimale situatie te komen. We controleren en handhaven hierop.
    ​​​​​​​

​​​​​​​BINNENSTAD EN VOORZIENINGEN

  • De binnenstad staat aan de vooravond van een grote transitie. Van een gebied waar vooral gewinkeld en gerecreëerd wordt naar een gebied waar aandacht is voor alle functies: wonen, winkelen, werken, en recreëren. We zetten in op een transformatie naar een aantrekkelijke en leefbare binnenstad met voldoende maatschappelijke voorzieningen voor het groeiend aantal inwoners.
  • Bij de herijking van het horecabeleidsplan onderzoeken we of het mogelijk is om te komen tot een dekkend netwerk van openbaar toegankelijke toiletvoorzieningen in de stad, met name in de binnenstad, bij winkelcentra en bij grote parken. Deze toiletvoorzieningen bevinden zich op diverse plekken, zoals in hotels en restaurants, bibliotheek en zorginstellingen en zijn voor iedereen toegankelijk, schoon en veilig (afsluitbaar). We brengen in kaart waar ze nu zitten en gaan na waar het nodig is om nog extra toiletvoorzieningen te realiseren. We maken daarover afspraken met partners die mee willen werken. In grote gebiedsontwikkelingen nemen we het realiseren van voldoende openbare toiletvoorzieningen mee in de voorzieningenprogrammering.
  • We ontwikkelen een gemeentebrede aanpak ‘stedelijke en maatschappelijke voorzieningen’ (waaronder huisartsen, zorgcentra, scholen, etc.) zodat we programmatische keuzes kunnen maken in onze gebiedsontwikkelingen, een plintenstrategie kunnen ontwikkelen en regie kunnen voeren op het voorzieningenniveau in de wijken.

3.2 Zorgzame stad

Eindhoven is een stad waar iedereen kan meedoen en talenten kan ontwikkelen. Het bieden van gelijke kansen heeft voor ons topprioriteit. We zetten vol in op gezondheid en preventie. We investeren in vroeg- en voorschoolse educatie en ontwikkelen taalprogramma’s voor kinderen en ouders en aantrekkelijke aanvullende programma’s bij scholen. We verbinden school, straat en thuis en versterken de samenwerking tussen onderwijs, wijkteams, jongerenwerk en aanvullende jeugdzorg. Kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen die zorg en ondersteuning nodig hebben moeten hierop kunnen rekenen. We versterken de sociale basis, regelen de ondersteuning dichtbij via de wijkteams en zorgen voor aanvullende zorg indien nodig. Collectief waar het kan, individueel waar het moet.

De afgelopen jaren hebben we de financiën binnen het sociaal domein onder controle gekregen. Dat willen we zo houden. We hebben stappen gezet, maar we zien dat nog niet iedereen snel wordt geholpen. De organisatie van ons sociaal domein en de samenwerking tussen de gemeente (waaronder het servicebureau), WIJeindhoven en het participatiebedrijf is te complex. Inwoners moeten vaak meerdere keren hun verhaal doen. Er bestaan meerdere routes en ondersteuningsplannen naast elkaar. We werken nog onvoldoende vanuit gezamenlijke uitgangspunten en vertrouwen. Ook is er sprake van rolonduidelijkheid en het systeem is nog te vaak leidend: we werken nog niet genoeg vanuit de inwoner. We gaan de organisatie van het sociaal domein dan ook vereenvoudigen.

PREVENTIE EN SOCIALE BASIS

  • Als we de beweging van de tweede naar de eerste naar de nulde lijn echt op gang willen brengen, dan is versterking van de sociale basis noodzakelijk. Deze omvat meer dan uitsluitend de informele zorg. De sociale basis gaat over het ‘gewone’ leven (wonen, onderwijs, werk, sport, cultuur, vrije tijd) en de rol die de verschillende partijen daarbinnen vervullen op het gebied van preventie, vroegsignalering, ondersteuning en het voorkomen van zwaardere zorg. We ontwikkelen een nieuwe visie op de rol en de versterking van de sociale basis gekoppeld aan het transformatieprogramma sociaal domein. We zetten hierbij in op een meer gezamenlijke aanpak en het opschalen van pilots om een grotere beweging op gang te krijgen.
  • We werken op basis van ons gezondheidsbeleid vanuit het gedachtegoed van ‘positieve gezondheid’. In ons fieldlab ‘Vitaal in Brainport’ (onderdeel van de landelijke Grozzerdam aanpak) experimenteren we vanuit dit gedachtegoed en voeren we pilots uit om doorbraken te realiseren op het gebied van gezondheid. We zetten in op gezonde voeding in kantines, op scholen en in winkelcentra.
  • We breiden het Eindhovense preventieakkoord uit, waarbij we de focus leggen op inwoners in een kwetsbare positie. Bij hen is immers de meeste gezondheidswinst te behalen. We investeren in programma’s die een gezonde leefomgeving bevorderen, fysiek en mentaal. We maken hierover afspraken met kinderopvang, scholen, sportverenigingen, cultuuraanbieders, werkgevers en zorgverzekeraars.
     

GELIJKE KANSEN VOOR KINDEREN EN JONGEREN

  • Ieder kind verdient een goede start in het leven en daarbij de beste kans op een mooie toekomst. De gezondheid van een kind voor, tijdens of na de geboorte is een voorspeller van mentale en/of fysieke problemen op latere leeftijd. Daarom doen we mee met het landelijke programma Kansrijke Start, waarmee we investeren in de eerste 1000 dagen van een kind.
  • We verbinden school, straat en thuis, waarbij school de plek is die ouders vertrouwen en waar de samenwerking met de jongerenwerkers, wijkteams en preventieve jeugdhulp vormgegeven wordt. We starten met de inrichting van deze samenwerking op de scholen in de meest kwetsbare wijken.
  • We breiden de pilot ‘Rijke schooldag’ uit naar alle scholen. We starten ook hier in de meest kwetsbare wijken. We bieden op deze scholen een prikkelend aanvullend programma met taallessen voor kinderen en hun ouders, huiswerkbegeleiding, cultuuractiviteiten en sportaanbod. Waar nodig zetten we in op schakelklassen en zomerscholen. Hiermee dragen we bij aan kansengelijkheid.
  • We hebben oog voor de prestatiedruk waar kinderen en jongeren mee geconfronteerd worden en de mentale gevolgen die daarmee gepaard gaan. Wij maken dit bespreekbaar in onze overleggen met het onderwijs en communiceren beter over de informele zorgmogelijkheden. Voorkomen (van zorg) is beter dan genezen.
  • We blijven intensief samenwerken met het onderwijs en leggen de afspraken vast in de Lokale Educatieve Agenda. We zetten in op goede huisvesting voor onze scholen en anticiperen op de wettelijke verplichting voor een zestienjarig Integraal Huisvestingsplan (IHP). In dit langjarige IHP onderzoeken we hoe we de verschillende onderwijsbehoeften kunnen clusteren.
  • Om ook de jongeren op straat te bereiken vergroten we het aantal jongerenwerkers in wijken. We zetten niet alleen in op jongerenwerk (12+) maar ook op kinderwerk voor kinderen in de buurt tot 12 jaar. Jongeren (en volwassenen) met een licht verstandelijke beperking zijn kwetsbaarder. Om te voorkomen dat zij in de problemen komen (criminaliteit, verslaving) versterken we de begeleiding door jongerenwerk en de wijkteams.
  • We zetten in op een maatjesproject voor jongeren uit kansarme wijken, zodat zij hun netwerk vergroten en zich kunnen optrekken aan hun maatje.
  • Met het mbo willen we werken aan een betere match tussen de opleidingskeuze en het vinden van een baan. Daartoe willen we mbo-awards uitreiken aan studenten die excelleren in kansrijke sectoren waar we mensen te kort komen zoals techniek, energietransitie, onderwijs en zorg. Ook maken we afspraken met het bedrijfsleven over stages en (Brainport-) traineeships.
     

AANVULLENDE ZORG

We willen dat de aanvullende zorg zoveel mogelijk dichtbij in de wijk of op school wordt georganiseerd.

  • Met het Deltaplan Jeugd en de rijksmiddelen die daarvoor beschikbaar zijn gesteld werken we aan het verbeteren en het toekomstbestendig maken van de jeugdzorg. Vier ontwikkellijnen staan hierin centraal: preventie, aanpak van lange wachtlijsten, transformatie en kwaliteit van de toegang.
  • We kijken kritisch naar de lengte van zorgtrajecten bij een niet-chronische zorgvraag: als er met een beperkt aantal behandelingen al goede resultaten kunnen worden geboekt is dat voldoende. Meer is niet altijd beter.
  • We sturen scherper op de resultaten van zorgaanbieders en zorgen voor regie op de onderlinge samenwerking tussen zorgaanbieders. We voorkomen dat zorgaanbieders het probleem ‘doorschuiven’ en geven vertrouwen aan innovatieve samenwerkingsverbanden binnen zorg en welzijn.
  • Het komt nog steeds voor dat mensen met chronische zorg of ondersteuning onnodig worden geherindiceerd. We gaan deze bureaucratie terugdringen.
  • Eindhoven is een inclusieve stad, ook voor dak- en thuislozen. We zetten ons met de woningbouwcorporaties in om dakloosheid te voorkomen. Daarnaast hebben we een actieve rol bij het zoeken naar opvanglocaties en bevorderen we de doorstroom naar zelfstandige woonruimte.
  • We blijven ons inzetten om (seksuele) uitbuiting en mensenhandel tegen te gaan.
  • De arbeidstekorten in de zorg zijn groot, dit leidt tot te lange wachtlijsten. We ontwikkelen een gezamenlijke aanpak met de opleidingen, de zorgaanbieders, het Brainport bedrijfsleven en het Rijk om het zorgstelsel toekomstbestendig te maken.
  • Ook digitalisering en procesinnovatie van dienstverlening en ondersteuning kan bijdragen aan het opvangen van personeelstekorten. Ook biedt het mogelijk een antwoord op de toenemende vraag naar zorg en de druk op de betaalbaarheid. Het is dan wel van belang om oog te houden voor inwoners met minder digitale vaardigheden.
     

OUDEREN

  • De kennis en ervaring van ouderen zijn van onschatbare waarde. Wij stimuleren gepensioneerde Eindhovenaren om hun talenten in te zetten voor onze stad3. Bijvoorbeeld als coach van jongeren die een steuntje in de rug kunnen gebruiken of als vrijwilliger op plekken waar daar behoefte aan is. 
  • Gelijktijdig staan we als stad vanwege het toenemend aandeel ouderen die steeds ouder worden ook voor een aantal uitdagingen. We vinden het belangrijk dat ouderen zo lang mogelijk eigen regie houden en zelfstandig kunnen blijven wonen met hulp uit hun eigen netwerk en inzet van technologie. We willen daarnaast ook doorstroming op de woningmarkt bevorderen zodat grote huizen van ouderen beschikbaar komen voor (jonge) gezinnen, maar er zijn voor veel van deze ouderen geen betaalbare kleinere woningen in de eigen sociale omgeving beschikbaar.
  • We willen oudere inwoners maximaal vitaal en inzetbaar houden op onze krappe arbeidsmarkt en het bedrijfsleven stimuleren om hen kansen te geven. We staan voor een inclusieve stad met openbare plekken die goed toegankelijk zijn voor jong en oud en die hen uitnodigen om te bewegen. Om alle ambities in samenhang aan te pakken maken we een nota ouderenbeleid waarin we samenbrengen wat we op de verschillende beleidsterreinen voor ouderen doen.

3 Zie ook verkiezingsprogramma 50PLUS.

Verkiezingsprogramma 50PLUS: "50PLUS zet in de op de betrokkenheid voor en van ouderen. […] 50PLUS wil graag ‘ouderenbeleid’. Dit willen wij over alle domeinen heen."
 

MANTELZORGERS EN INFORMELE ZORG

  • We continueren het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers4 in Eindhoven zoals het respijthuis en laten onze waardering zien, onder meer door het mantelzorgcompliment.
  • We faciliteren de verdere uitrol van het bewonersinitiatief ‘hartveilige stad’ zodat er, verspreid over de stad en binnen 6 minuten van elke plek, voldoende AED’s en burgerhulpverleners beschikbaar komen.
  • We onderschrijven het belang van het ‘preventieakkoord op eenzaamheid’ dat door een coalitie van partners getekend wordt in juli 2022. Wij sluiten hier actief op aan. Dit akkoord heeft als doel om organisaties met elkaar te verbinden in een netwerk, en hen samen te laten werken rondom de aanpak van eenzaamheid en het doorbreken van het taboe dat er op rust5.

4 Zie ook verkiezingsprogramma SP
5 Zie ook verkiezingsprogramma Ouderen Appèl – Hart voor Eindhoven

ASIEL EN INBURGERING

  • We nemen onze verantwoordelijkheid om als stad een steentje bij te dragen aan de opvang van asielzoekers, zeker nu dat door de oorlog in Oekraïne nog urgenter is geworden. Tegelijkertijd willen we regie houden op wat er op ons afkomt. We borduren daarbij voort op de toezegging uit de vorige coalitieperiode om 100 personen tijdelijk op te vangen en gaan op zoek naar een locatie met als uitgangspunt dat deze locatie ‘mee-ademt’ en flexibel inzetbaar is in tijden van lage asielinstroom, met een capaciteit tot maximaal 250 personen. Bij lage asielinstroom stellen we deze locatie beschikbaar voor spoedzoekers in onze stad, zoals studenten en alleenstaande ouders. Voor iedereen die we opvangen verwachten en ondersteunen we ‘werken aan perspectief’, bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk en werken aan taal.
  • We zorgen dat alle nieuwkomers vanaf dag één kunnen meedoen: dat ze Nederlands leren en zo mogelijk een opleiding volgen of vrijwilligerswerk doen. We ontwikkelen leer-werktrajecten met statushouders in bijvoorbeeld de zorg en techniek, waarbij we werk en taalonderwijs combineren.
  • We houden vast aan ons beleid met betrekking tot de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) en de Bed, Bad, Broodregeling. Mocht het Rijk ons niet toestaan om binnen deze kaders de pilot LVV door te zetten, dan nemen we niet langer deel.

3.3 Werk, participatie en armoede

Het hebben van werk geeft niet alleen bestaanszekerheid (inkomen), maar is belangrijk in het kader van participatie, maatschappelijke betrokkenheid en zingeving. Een vangnet is belangrijk, maar een duurzaam toekomstperspectief belangrijker.

Een groeiend aantal Eindhovenaren heeft moeite om rond te komen. Niet in de laatste plaats door de fors gestegen energielasten. Problemen stapelen zich dan snel op. Bestaanszekerheid en een toekomstperspectief staan bij ons centraal: het hebben van een goede (vaste) baan, om- en bijscholing waar nodig en hulp om aan het werk te komen en te blijven. We hebben een goed sociaal vangnet met een stimulerende bijstand, minimaregelingen en effectieve schuldhulp voor wie dat nodig heeft. Uit onderzoek van het CPB6 blijkt dat er een relatie is tussen financiële problemen en het meer gebruik maken van zorg. Het aanpakken van armoede en schulden kan dus leiden tot lagere zorguitgaven. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten.

6 Eindrapport Verkenning Bevolking 2050 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

  • We gaan in samenwerking met alle ketenpartners en het bedrijfsleven het Huis naar werk goed uitrollen, met een gerichte (werkgevers)aanpak en arbeidsmarktagenda op de tekortsectoren (energietransitie, bouw, zorg, onderwijs en techniek). We richten ons daarbij op het begeleiden van uitkering naar werk, van onderwijs naar werk en van werk naar werk. Ook met om- en bijscholing. We willen budgetten ontschot in kunnen zetten.
  • We zetten niet uitsluitend in op inwoners met een bijstandsuitkering, maar richten onze inspanningen samen met het bedrijfsleven op al het onbenut arbeidspotentieel. Dit kan tevens bijdragen aan de oplossing voor de grote vraag naar mensen in de tekortsectoren.
  • Er zijn in de afgelopen periode belangrijke verbeteringen doorgevoerd in de keten naar werk en de samenwerking van de gemeente met WIJeindhoven en Ergon. Zo wordt door hen sámen met een nieuwe bijstandsaanvrager een ‘Weg naar werk’ gesprek gevoerd, om de inwoner (zo mogelijk) snel naar werk te begeleiden. We zijn blij met deze beweging, maar we zijn er nog niet. We missen regie op het totale proces en we willen de rolvastheid vergroten zodat we meer inwoners die al langer in de bijstand zitten in beweging krijgen. We onderzoeken de mogelijkheid van een vaste ‘regisseur’ die vinger aan de pols houdt, bereikbaar is voor vragen van de werkzoekende en zorgt dat deze niet blijft bungelen tussen instanties.
  • We breiden de pilot ‘Bouwdepot’ uit naar een vertrouwensexperiment / stimulerende bijstand voor meerdere doelgroepen. We zijn daarbij bereid de randen van de wet op te zoeken. Ook maken we combinaties mogelijk van deeltijdwerk en opleiding of deeltijdwerk met mantelzorg/ vrijwilligerswerk, op voorwaarde dat deze trajecten gericht zijn op een duurzame uitstroom uit de bijstand. We gaan minder krampachtig om met de sollicitatieplicht bij mantelzorgers en vrijwilligers op cruciale plekken. Ook kijken we kritisch naar het handhaven van de kostendelersnorm, mede in het licht van de grote woningnood.
  • We denken aan een duurzaam werkfonds, bijvoorbeeld via het Huis naar werk, en gaan dit samen met het bedrijfsleven uitwerken en opzetten. Dit fonds is enerzijds bedoeld voor de om- en bijscholing naar tekortsectoren. Anderzijds moet het een oplossing bieden voor inwoners die de stap naar werk hebben gewaagd, maar worden geconfronteerd met grote terugvorderingen door teveel ontvangen toeslagen. De angst hiervoor weerhoudt mensen nu om de stap naar werk te maken.
  • We bevorderen dat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk komen. Hiertoe starten we met een pilot basisbanen, bijvoorbeeld als wijkconciërge. We stimuleren de inzet van Ergon medewerkers binnen de gemeentelijke organisatie en bij partners via ons inkoopbeleid. Ook bevorderen we coalities van sociaal verantwoorde ondernemers rondom doelgroepen naar het voorbeeld van Aandeslag040.
     

ARMOEDE EN SCHULDEN

We leven in onzekere tijden. De coronacrisis heeft sporen achtergelaten in onze samenleving en de oorlog in Oekraïne heeft tot een explosie van de energielasten geleid. Een steeds grotere groep Eindhovenaren heeft moeite om het hoofd boven water te houden. Ook vinden we het een schande dat er in Eindhoven kinderen met honger naar school gaan. Niet alles valt binnen onze invloedsfeer, maar we doen wat we kunnen.

  • We onderzoeken of we de armoederegelingen moeten herijken of vereenvoudigen in relatie tot de levenskosten, zoals de stijgende huren en de energieprijzen. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om in onze armoederegelingen uit te gaan van besteedbaar inkomen in plaats van inkomensgrenzen (nu 120% van het minimumloon), zodat we rekening kunnen houden met verschillen in vaste lasten/energielasten. Via onze kindregelingen én via de rijke schooldag zorgen we dat kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen kunnen sporten en deelnemen aan cultuuronderwijs.
  • We versterken het schuldenoffensief en schalen de eerder genomen stappen op, waaronder het doorbreken van het taboe, toegankelijke hulp, het collectief opkopen van schulden, vroegsignalering van schulden en het landelijk collectief schuldregelen. Hierdoor krijgen inwoners meer perspectief. Een aantal grote schuldeisers, waaronder de Belastingdienst, het CJIB, het CAK, zorgverzekeraars, incassobureaus en DUO is hierbij aangesloten. We gaan kijken of we nog meer mogelijke schuldeisers kunnen laten aansluiten, zoals de woningcorporaties.
     

Verkiezingsprogramma LPF: "Als om wat voor reden ook de rekeningen niet meer betaald kunnen worden vervallen mensen in schulden. Schulden die niet vanzelf minder worden maar door aanmaningen, incassobureaus en deurwaarders oplopen. […] De onnodige schaamtecultuur houdt hen vaak tegen om tijdig hulp in te winnen."
 

3.4 Organisatie Sociaal Domein

  • We starten met het definiëren van uitgangspunten om de organisatie van het sociaal domein te vereenvoudigen. Centraal staan: vertrouwen in de inwoner, vertrouwen in de professional, regie zoveel mogelijk bij de inwoner, dichtbij en zoveel mogelijk wijkgericht, verminderen van bureaucratie en rolduidelijkheid van professionals, waaronder de rol en positie van het servicebureau. Nieuw beleid en lopende trajecten worden getoetst aan de uitgangspunten. We stellen daaropvolgend een plan van aanpak vast met duidelijke mijlpalen. We onderzoeken aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten hoe processen heringericht moeten worden en vervolgens welke structuurwijzigingen daarvoor noodzakelijk zijn. We streven naar een besluit in 2023 (‘stip op de horizon’) en zorgen voor een zorgvuldige en gefaseerde implementatie (2024-2026).
  • Bij elk keukentafelgesprek met een WIJ-generalist, ongeacht de primaire hulpvraag, worden alle leefdomeinen besproken en komt ook het onderwerp werk en participatie nadrukkelijk ter sprake. Bij elke zorgvrager wordt bepaald of die persoon het beste geholpen is met werk, participatie, zorg of een combinatie hiervan.
  • We leren en evalueren ons beleid continu en willen meer inzicht. Daarom maken we het onderzoeksprogramma, dat we samen met de zorgaanbieders en de cliëntenraad hebben ontwikkeld, structureel en versterken we het datagedreven werken.
  • We willen bezwaar- en beroepsprocedures voorkomen. Daarom gaan we met inwoners in gesprek om gezamenlijk tot een oplossing te komen. We toetsen de bezwaar- en beroepsprocedure op rechtvaardigheid en volledigheid en verbeteren de communicatie over het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning.
  • Het noodregieteam van de gemeente wordt ook ’s avonds bereikbaar.