Advies over toegankelijkheid fietsenstalling Stationsplein Zuid
Tijdens de meningsvormende vergadering van 8 februari 2022 werd door het college medegedeeld dat de nieuw te bouwen fietsenstalling bij Stationsplein Zuid in Eindhoven niet toegankelijk zal zijn voor mindervaliden.
Er zijn volgens het college tal van oplossingen bekeken, maar het blijkt ruimtelijk niet mogelijk te zijn om de mindervalide medemens toegang te geven tot de nieuwe fietsenstalling. De mindervaliden moeten hun voertuig stallen aan de noordzijde van het station en zich van daaruit naar het centrumgebied begeven. Een voorbeeld voor ons hoe een inclusieve samenleving er niet uit moet zien.
Bij de ratificatie in Nederland van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking werd op 12 april 2016 afgesproken dat mensen met een beperking volwaardig mee moeten kunnen doen in de samenleving, met gelijke rechten en kansen en dat toegankelijkheid de norm moet zijn. Dat is in tegenstelling tot wat er nu dreigt te gebeuren in de gemeente Eindhoven.
Wij hebben reeds in 2020 en 2021 aan het college en de betrokken ambtenaren aangegeven dat bij de nieuwe bouwprojecten, waaronder dat bij het stationsgebied, ervaringsdeskundigheid van mensen met een beperking moet worden betrokken. Daar is hier kennelijk geen gebruik van gemaakt.
Er is in de vergadering van 8 februari 2022 aangegeven dat er terechte bezwaren zijn met betrekking tot de ontoegankelijkheid voor mensen met een lichamelijke beperking van de nieuw te bouwen fietsenstalling. Wij gaan er vanuit dat u zorgdraagt dat er voor de minder valide medemensen een goede oplossing komt en dat zij ook toegang krijgen tot deze nieuwe fietsenstalling.
De cliëntenraad,
13 februari 2022
Advies over de meedoenbijdrage en tegemoetkoming energiekosten
Inleiding
Elk jaar krijgen de inwoners en gezinnen met een inkomen lager dan 120% van de bijstandsnorm de zogenoemde meedoenbijdrage. Deze bijdrage geldt voor ieder gezinslid en is bedoeld om deel te kunnen nemen aan een sport of andere sociale activiteiten. Tevens zijn andere initiatieven ter ondersteunen van deze groep, zoals gratis met de bus gekoppeld aan deze meedoenbijdrage.
Dit jaar is hier ook de tegemoetkoming in de energiekosten voor de lagere inkomens bijgekomen. Alles bij elkaar opgeteld is dit een substantieel bedrag geworden. Niet alleen voor alleenstaande, maar zeker in het geval van gezinnen met meerdere kinderen. Waarbij de hoogte van de bijdrage voor een inwonend kind hoger ligt dan voor een volwassene. De meedoenbijdrage is een zeer goed initiatief en voor veel inwoners een welkome en noodzakelijke aanvulling op hun inkomen.
Tevens is er dit jaar een tegemoetkoming in de energiekosten. Deze wordt in tegenstelling tot de meedoenbijdrage wel direct betaald aan mensen die gebruik maken van een bijstandsuitkering. Voor de mensen die geen bijstandsuitkering ontvangen maar minder dan 120% van het sociaal minimum verdienen geldt dat ook zij in aanmerking komen voor de energietoeslag als zij zich aanmelden voor de meedoenbijdrage.
Probleem
De cliëntenraad heeft vernomen dat er elk jaar rond februari een brief wordt gestuurd naar alle inwoners met bijstandsuitkering over de meedoen-bijdrage. Hierin wordt gevraagd om het inkomen te controleren en de brief te retourneren om zodoende een meedoen-bijdrage te kunnen ontvangen. Navraag leert dat er dit jaar 10.215 inwoners deze brief over de meedoenbijdrage hebben ontvangen en er op dit moment 8.145 mensen deze brief hebben geretourneerd. Dit betekent dus dat er 2.070 inwoners zijn die niet hebben gereageerd en dus geen meedoen-bijdrage hebben ontvangen. Dit klemt te meer aangezien deze keer ook de tegemoetkoming in de energiekosten hieraan gekoppeld is.
De cliëntenraad vindt het percentage van ruim 20% dat geen gebruik maakt van deze regeling te hoog, zeker in deze financieel zware tijden. Wij zijn ook geschrokken van het feit dat er bij de inwoners die niet hebben gereageerd op de brief maar liefst 544 inwoners zijn met een of meerdere inwonende kinderen.
Daarnaast zijn wij van mening dat het voor de inwoner van de gemeente Eindhoven met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum een extra stap is dat zij zich eerst moeten aanmelden voor de meedoenbijdrage, alvorens zij de energietoeslag kunnen aanvragen. Met deze constructie wordt het toch extra ingewikkeld gemaakt om de energietoeslag aan te vragen.
Vragen
We hebben de volgende vragen:
- Waarom zoveel inwoners geen gebruik maken van de meedoen-bijdrage en met name de non response van inwoners met een bijstandsuitkering?
- Is er vanuit voorgaande jaren bekend waarom mensen niet hebben gereageerd?
- Wat is de achterliggende gedachte dat men zich eerst voor de meedoenbijdrage moet aanmelden voordat ze energietoeslag kunnen ontvangen?
- Is er bij de gemeente bekend hoeveel mensen uit de doelgroep gebruik maken van de energietoeslag?
- In Rotterdam is het percentage van 120% opgetrokken naar 140%, is het college voornemens dit goede initiatief te volgen?
Advies
Bij dit advies hanteren wij, indachtig de “omgekeerde toets”, het idee van de “omgekeerde incasso”. Bij vorderingen is de overheid bereid om vele malen betalingsherinneringen te sturen en tot slot een incassobureau in te schakelen die ook bij mensen aan huis komt.
Wij geven u het volgende advies:
- Indien ook op de tweede brief geen reactie komt, wordt WIJeindhoven ingeschakeld die persoonlijk bij mensen thuis (als laatste poging) de derde brief overhandigt en tevens hulp aanbiedt om een en ander af te werken.
- Kijk naar de mogelijkheden om de energietoeslag direct aan te vragen. Hierdoor wordt het duidelijker voor de inwoner.
Graag zien wij een reactie op onze vragen en ons advies tegemoet. Wij zijn natuurlijk bereid om een en ander toe te lichten.
De cliëntenraad,
20 september 2022
Advies over ouderinitiatieven
Regiovisie Beschermd Wonen
In oktober 2021 werd de concept regiovisie Beschermd Wonen gepresenteerd. Wij waren aanwezig bij de regionale bijeenkomst en wij hebben vervolgens advies uitgebracht over deze nota.
In deze nota stond het volgende beschreven over ouderinitiatieven:
- We zien dat het merendeel van de ondersteuning in ouderinitiatieven georganiseerd is via pgb-financiering. Deze ouderinitiatieven richten zich veelal op (jong)volwassenen met autisme, waarbij de begaafdheid in de verschillende initiatieven divers is.
- Ambitie: We werken voor (en met) de ouderinitiatieven toe naar aansluiting op de indeling en tarifering van het nieuwe landschap Beschermd wonen.
Wij hebben in deze laatste zinsnede niet gelezen als: de gemeente vindt dat ouderinitiatieven niet passen in het nieuwe zorglandschap en derhalve stoppen wij met de extra bekostiging daarvan. Dat zou duidelijk taal zijn geweest, maar dat stond er niet en werd ook niet mondeling zo toegelicht. Dit werd door de cliëntenraad en door de samenwerkende ouderinitiatieven ook niet zo begrepen, zoals ook zo verwoord in ons advies.
Advies van de CRSD
In oktober 2021 brachten wij advies uit over de Regiovisie Beschermd Wonen. Hierin vragen wij onder meer:
- tarifering: Er wordt voor (en met) de ouderinitiatieven gewerkt aan aansluiting op de indeling en tarifering van Beschermd Wonen. Wat betekent dat voor deze initiatieven voor hun eventueel wel of niet voortbestaan?
Op ons advies hebben wij geen reactie ontvangen en dus ook niet op deze specifieke vraag die in ons advies is gesteld.
Raadvoorstel Beschermd Wonen
In januari 2022 werd middels een raadsvoorstel de regiovisie vastgesteld., In dit raadsvoorstel stond het volgende:
- Er is in september 2021 een bijeenkomst geweest met de CRSD om hen te informeren over de voorliggende notitie. Tevens is er in oktober een algemene bijeenkomst geweest voor alle Wmo/adviesraden uit de regio met het oog op het adviestraject voor de Regiovisie.
- Van zes Wmo/adviesraden uit de regio hebben wij in oktober 2021 een advies ontvangen. Deze adviezen zijn verwerkt in de voorliggende Regiovisie.
Er staat dat de adviezen zijn verwerkt in de Regiovisie, maar de zorg die wij uitspraken over het voortbestaan van de ouderinitiatieven werd er niet in opgenomen.
Ambtelijke mail
Op maandag 21 november ontvingen wij een ambtelijk schrijven met daarin het volgende:
- Helaas hebben we zojuist, dankzij het signaal van CRSD, moeten constateren dat de reactie op het advies van de CRSD over de regiovisie Beschermd Wonen 2022-2026 nooit is verstuurd. De concept-reactie was geschreven en diende alleen nog door het college vastgesteld te worden waarna hij verstuurd kon worden. Dit is echter niet gebeurd, waarvoor wij onze excuses willen maken.
Reactie college op ons advies
Bij de bovengenoemde mail werd tevens de reactie van het college op ons advies gegeven. Hier staat onder meer:
- In de Regiovisie is benoemd dat we met de ouderinitiatieven toe werken naar aansluiting bij de indeling en tarieven van Beschermd wonen. Voordat we ingaan op uw vraag wat dit betekent voor het voortbestaan, willen we eerst even stil staan bij de tarieven en de indicatie. De tarieven voor de reguliere producten zien wij als passend en toereikend (het zijn reële tarieven). Dit geldt zowel voor ZiN als PGB. De indicatie die gegeven wordt is afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de inwoner en niet op de locatie waar de inwoner woont of de ontstaansgeschiedenis van een locatie/ aanbieder. Dit is ook wat de Wmo van ons vraagt. M.a.w. de gevraagde inzet is in verhouding met de afgegeven indicatie / tarieven en de ondersteuningsbehoefte van de inwoner.
- Iedere gemeente is nu in gesprek met de ouderinitiatieven in de eigen gemeente om de ouderinitiatieven de kans te geven zich hierop voor te bereiden en te kijken naar de toekomstbestendigheid van het initiatief. In de gemeente Eindhoven wordt hier ook over gesproken met (een afvaardiging van) het bestuur van het ouderinitiatief in Eindhoven. De impact is uiteraard per ouderinitiatief anders, dit komt mede door de verschillen in de achtergrond/samenstelling van de ouderinitiatieven. We zien dat de meeste ouderinitiatieven zich al op aan het voorbereiden waren op basis van de ervaringen in de periode 2015-2020. Op basis van de gevoerde gesprekken voorzien we hierin geen directe problemen voor de toekomst / het voortbestaan van ouderinitiatieven.
Wijziging Verordening sociaal domein
In de “technische toelichting” op het voorstel tot wijziging van de verordening van maandag 21 november wordt voor het eerst echt duidelijk wat beoogd wordt:
- Op dit moment zijn er verschillende ondersteuningsproducten beschikbaar voor mensen die ondersteuning nodig hebben onder de noemer Beschermd Wonen (in de Wmo). Naast 'algemene producten die zowel in zorg-in-natura (ZiN) als het persoonsgebonden budget (PGB) worden aangeboden, is een aantal jaren geleden een tweetal specifieke producten vastgesteld onder de algemene noemer “ouderinitiatiefproducten”. Deze producten zijn alleen beschikbaar via PGB en zijn sindsdien beschikbaar voor de bewoners van een zogeheten ouderinitiatief indien dit paste bij hun ondersteuningsvraag. Indien een van de algemene producten Beschermd Wonen meer passend is, werden die producten geïndiceerd.
- Volgend uit de Regiovisie Beschermd Wonen 2022-2023 zijn er nieuwe producten Beschermd Wonen die per 1-1-2023 van toepassing zijn voor zowel ZiN als PGB. Deze nieuwe algemene producten Beschermd Wonen worden als passend en toereikend beschouwd, zowel qua omvang van ondersteuning als het bijbehorende tarief. Daarom wordt, in lijn met de vastgestelde Regiovisie Beschermd Wonen 2022-2026, voorgesteld in het Raadsvoorstel om de aparte producten ouderinitiatieven te verwijderen uit de verordening.
Reactie van de CRSD op het raadsvoorstel
Op dinsdagavond 22 november stond op de agenda van de gemeenteraad “Wijziging verordening sociaal domein”. Hierover zijn vragen gesteld aan de gemeente door de belangenbehartiger van ouderinitiatieven RPSW (Regionaal Platform Sleutel tot Wonen) en hierover heeft de CRSD van hen een brief ontvangen. Ook waren inmiddels artikelen verschenen in het Eindhovens Dagblad. De gemeente had inmiddels nadere technische toelichting gegeven op het voorgenomen besluit.
Wij schreven in onze brief aan de raad het volgende:
- Wij maken uit de stukken op dat de ouderinitiatieven inhoudelijk niet eens zijn met de voorgenomen maatregelen (afschaffing van de specifieke regeling voor ouderinitiatieven en daardoor korting op het beschikbare budget) en zijn daarnaast niet tevreden zijn over het proces dat gelopen is. Het RPSW pleitte daarom voor uitstel van behandeling.
- Eind 2021 heeft de CRSD advies uitgebracht over de regiovisie Beschermd Wonen. Daarin hebben we nadrukkelijk onze zorg uitgesproken en gevraagd wat deze visie betekent voor het voortbestaan van de ouderinitiatieven. Eerst nu blijkt dat de gemeente voorstaat om het “product” ouderinitiatieven niet meer specifiek te honoreren.
- Wij hebben de uitvoerige argumentatie in de brief van het RPSW gevolgd en kunnen daar in grote lijnen mee instemmen. Ouderinitiatieven bevinden zich tussen grote instellingen en individuele pgb-praktijken. Vier jaar geleden vond de gemeente nog dat ouderinitiatieven gewaardeerde spelers waren in het grote zorgveld en daarmee ook een specifiek tarief verdiende.
- Wij zijn het daar mee eens, want de leidende visie van de gemeente (WIJeindhoven) luidt dat eerst het eigen netwerk moet worden aangesproken, dat er van eigen kracht moet worden uitgegaan en dat regie zo veel mogelijk in eigen handen moet liggen. Daaraan voldoen nu juist de ouderinitiatieven en daarom is een specifiek “product” voor hen passend. Er zou juist een stimulerende werking vanuit moeten gaan, in plaats van de remmende werking zoals nu voorgesteld.
- Wij vinden het niet terecht dat de gemeente zich verschuilt achter een rapport van Berenschot, dat in opdracht van henzelf is opgesteld. Niet Berenschot maakt de principiële keuzen maar de gemeenteraad van Eindhoven.
- Wij stellen uitstel van behandeling voor en willen graag eerst overleg met het RPSW en nadien ook met gemeente. Daarna zullen wij ons definitief advies opstellen.
Vervolg
Naar aanleiding van bovenstaande zal aanstaande dinsdag middels een amendement het deel dat over ouderinitiatieven gaat, naar verwachting, uit het voorstel worden gehaald. De wethouder zal eerst met het betrokken ouderinitiatief en met ons spreken. Wat wij vervelend vinden is dat de uitspraken van de wethouder in het Eindhovens Dagblad suggereren dat wij op de hoogte waren dat de ouderinitiatieven niet meer gehonoreerd zouden worden. Wij verwachten niet dat dit soort discussies via de krant verlopen. Wij zijn zelf zo verstandig geweest om hierop geen reactie aan de krant te geven, maar zullen dit in een gesprek met de wethouder aan de orde stellen. Wij verwachten dat de wethouder dit rechttrekt in de eerst volgende raadsvergadering en aangeeft dat wij niet op de hoogte waren en met ons slecht is gecommuniceerd.
Er is vervolgens ambtelijk en bestuurlijk contact geweest met de CRSD. Wij nodigen de wethouder uit om op korte termijn met ons te overleggen en willen dan spreken over:
- Het proces dat gelopen is het zoveelste proces voor ons waarvan de bestuurder waarschijnlijk meedeelt dat het “geen schoonheidsprijs” verdient.
- Ons standpunt is duidelijk: wij staan achter de ouderinitiatieven en de extra bekostiging die daarbij hoort.
- Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de regiovisie en het zorglandschap zo zijn geformuleerd dat nadien precies de ouderinitiatieven er buiten vallen en dat de gemeente vervolgens een besparing kan inboeken.
- Wij vinden het niet gepast om met ambtelijk omfloerste taal uiteindelijk beoogde harde maatregelen te verhullen. Wees vanaf het begin duidelijk, want “gedoe hierover” (woorden van de wethouder) krijg je toch.
- Met het rapport Dannenberg en de visie WIJeindhoven in de hand kunnen wij het ook zo formuleren dat ouderinitiatieven er juist heel goed inpassen en een pareltje vormen in het zorglandschap.
- De ouderinitiatieven vormen nu juist een uitstekende voorziening voor meest kwetsbare inwoners in de stad, passend in de visie van de transitie in het sociaal domein.
- Wij hebben goed geluisterd naar de bijdrage van de wethouder in het debat van dinsdagavond. Wij konden hem niet betrappen op enige sympathie voor ouderinitiatieven, mogelijk door onbekendheid wat deze ouderinitiatieven voor zowel de betrokken kinderen en hun ouders/verwanten betekenen. Wij hopen dat we er naast zitten en horen graag in het overleg wat hij vindt van de ouderinitiatieven (hopelijk meer dan een kostenpost).
- Wij zijn benieuwd welke handreiking de wethouder doet om deze initiatieven overeind te houden want waar een wil is, is een weg.
De cliëntenraad,
24 november 2022
Advies over contracten bewindvoering
Op verzoek van de gemeente Eindhoven brengen wij advies uit over het voornemen om te komen tot een Convenant Beschermingsbewind.
Inleiding
In opdracht van de gemeente Eindhoven heeft Adviesbureau Purpose in 2020 een onderzoek uitgevoerd naar de werking van het armoede- en schuldenbeleid in Eindhoven en op basis daarvan heeft de gemeente destijds een beleidsplan opgesteld.
In dat rapport werd vermeld dat een op de tien huishoudens een laag inkomen heeft. Ruim 4.000 huishoudens in Eindhoven hebben zelfs een langdurig laag inkomen. In het rapport werden een aantal risicogroepen m.b.t. armoede onderscheiden: bijstandsgerechtigden, laagopgeleiden, eenoudergezinnen, alleenstaanden onder de AOW-leeftijd en migranten. De evaluatie gaf aan dat het beleid tal van knelpunten kent op alle niveaus van het armoede- en schuldendomein.
Er was behoefte aan een beleidskader, meer leiding, regie en sturing. Regelingen bleken te complex en er werd slechts een klein deel van de inwoners met schulden bereikt. Als oorzaak worden de generalistische aanpak, de vele overdrachten en wachttijden genoemd. Uitval en ontbreken van nazorg wijzen op minder effectieve behandeling. Dit alles vroeg om verbetering, zo werd in het rapport geconcludeerd.
Als vervolg op het onderzoek heeft de gemeente Eindhoven in 2020 het beleidsplan over Armoede en Schulden 2020-2024 vastgesteld. Daarover heeft de CRSD destijds een positief advies gegeven met daarbij de hoopvolle verwachting dat uitwerking op onderdelen spoedig zouden volgen.
Bewindvoering en schuldsanering
Iemand die tijdelijk of blijvend niet zelf voor zijn/haar geldzaken kan zorgen, kan via de rechter verzoeken om vrijwillig beschermingsbewind. Als mensen echter helemaal niet handelingsbekwaam zijn om hun geldzaken te regelen kan de rechter curatele uitspreken en dat is dan een vorm van onvrijwillige bewindvoering.
Daarnaast is zijn er ook twee belangrijke regelingen om specifiek de schulden aan te pakken: de MSNP (minnelijke schuldsanering natuurlijke personen) en de WSNP (wettelijks schuldsanering natuurlijke personen). Ook hier betreft het een vrijwillige regeling met de schuldeisers (MSNP) en een verplichte regeling met de schuldeisers (WSNP).
In Eindhoven gaat het jaarlijks om zo’n 1.000 personen met beschermingsbewind en zo’n 1.000 personen met een schuldenbewind. Totaal zijn er zo’n 25 grote bewindvoerdersorganisaties en daarnaast nog veel kleine organisaties. Voor de gemeente Eindhoven kost dit ongeveer 4,5 miljoen euro per jaar.
Convenant
Het voorgestelde convenant heeft tot doel de ondersteuning aan Eindhovenaren met geldzorgen of schulden te verbeteren, zodat ze uiteindelijk financieel redzaam kunnen worden en schuldenvrij zijn.
De samenwerkingsafspraken in het convenant gaan over de werkwijze, kwaliteit, dienstverlening en rolverdeling tussen bewindvoerders, WIJeindhoven en de gemeente Eindhoven.
Er worden in het convenant duidelijke afspraken gemaakt welke resultaten men wil bereiken voor de inwoners, wie regie heeft en hoe deze wordt uitgevoerd. Gestreefd wordt naar een meer duurzame oplossingen. In de verbeterde werkwijze is daarom extra aandacht voor een meer integrale manier van kijken naar de situatie van de inwoner, dus niet alleen naar de schulden maar ook de andere leefgebieden.
Voor een periode van 1 jaar wordt het convent getest met 8 bewindvoerders. Na evaluatie en mogelijke aanpassing wordt het convenant ook voor alle anderen van toepassing.
Advies
De CRSD is bij dit dossier vanaf het begin goed meegenomen in de ontwikkelingen. Wij hebben uitvoerige toelichting gehad op de voorliggende stukken. Wij geven positief advies over dit convenant en wachten de resultaten van de evaluatie volgend jaar af.
De cliëntenraad,
19 juli 2022
Advies over toegankelijkheid openbaar vervoer
Inleiding
Naar aanleiding van signalen van inwoners over de toegankelijkheid van de nieuwe stadsbussen voor mensen met een handicap geven wij hierover een ongevraagd advies. Wij verzoeken u om ons advies onder de aandacht te brengen van betrokkenen (onder meer Hermes) opdat in de nabije toekomst verbeteringen kunnen worden aangebracht.
Twee rolstoelplaatsen
Zorg voor minimaal twee rolstoelplekken, toegankelijk met een oprijplaat bij de deur, al dan niet elektrisch. Elektrisch heeft als nadeel dat ze defect kunnen raken, handplanken zijn wat dat betreft beter, omdat ze minder storingsgevoelig zijn. Bij de huidige bussen valt op dat er weliswaar twee deuren zijn die een icoontje laten zien dat er een rolstoel plek is, maar dat is bij de voorste deur feitelijk niet het geval omdat alleen bij de achterste deur een oprijplank aanwezig is. De plaats bij de voorste deur is dus niet bereikbaar als rolstoelplek. Hopelijk heeft de nieuwe bus wel twee plekken die allebei bereikbaar zijn.
Bagage
Vooral bij Lijn 400 en Lijn 401 is er sprake van drukte in verband met de Airportlijn. Door de bagage enkel beneden te kunnen plaatsen op de vloer van de bus, is er weinig ruimte meer over voor rolstoelen en/of kinderwagens. Een bagagerek aan het plafond van de bus zou daarin eventueel uitkomst kunnen bieden. Wij kunnen niet inschatten of deze voorziening een vergaande aanpassing van het ontwerp van de bus vergen. Wij vinden het jammer dat ervaringsdeskundigen niet op enigerlei wijze betrokken zijn geweest bij het ontwerp van de bus ten behoeve van een check of het ook een rolstoelvriendelijk ontwerp is.
Advies
Samenvattend adviseren wij u:
- realiseer twee bereikbare rolstoelplaatsen per bus;
- zet op drukke lijnen bussen in met bagagerek;
- laat voor definitieve vaststelling van een ontwerp een ervaringsdeskundige een toegankelijkheidscheck doen.
Wij hopen dat u spoedig op ons advies reageert en wij zijn graag bereid om ons advies nader toe te lichten.
De cliëntenraad,
6 december 2022
Advies over Cliëntervaringsonderzoeken (CEO)
Inleiding
Ieder jaar vinden er cliëntervaringsonderzoeken plaats onder Eindhovenaren die in het voorgaande jaar gebruik hebben gemaakt van ondersteuning uit de Jeugdwet, de W.M.O. en van de stichting WIJeindhoven. Het onderzoek gaat o.a. over toegankelijkheid, kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning. Uit de onderzoeken is gebleken dat de hulpvragers over het algemeen tevreden zijn over de geboden ondersteuning, maar er zijn ook duidelijk een aantal verbeterpunten te noemen.
Resultaten onderzoek
Uit de onderzoeken is gebleken dat de bekendheid en het gebruik van een onafhankelijk cliëntondersteuner (OCO) door de hulpvrager nog steeds erg laag is. Bij de Jeugdwet maakt slechts 9% hier gebruik van, bij WIJeindhoven 8% en bij de W.M.O. 17% van de mensen die hulpvragen. Zo was bij de Jeugdwet ongeveer de helft van de hulpvragers zelfs niet eens op de hoogte dat men deze gratis ondersteuning kon krijgen. Het gebruik van een onafhankelijk cliëntondersteuner is een wettelijk recht en moet veel beter gecommuniceerd worden.
Uit het ervaringsonderzoek dat over WIJeindhoven is gehouden bleek dat veel mensen behoefte hebben aan een betere nazorg na een gelopen hulpverleningstraject. Er moet nadien actief gevraagd worden hoe het met de hulpvragers gaat. Dat wordt door velen nog als onvoldoende beschouwd. Tijdens de hulpverlening moet al nagedacht worden hoe men de nazorg gaat doen.
Overige aandachtspunten zijn.:
- Mensen gaven aan er veel moeite mee te hebben om steeds opnieuw hun persoonlijke verhaal tegen verschillende mensen te moeten vertellen.
- Ook de verschillen in kwaliteit van de generalisten van WIJeindhoven werd gesignaleerd.
- Tevens werd aangegeven dat men tijdens het hulpverleningstraject beter op de hoogte moet worden gehouden over de stand van zaken.
Voorts vroegen wij ons af waarom gemeentelijke organisaties zoals het Servicebureau en het Participatiebedrijf niet tevens onderwerp zijn van een cliëntervaringsonderzoek.
Voorheen werd er een grote bijeenkomst georganiseerd door de gemeente waarin de resultaten van de CEO werden gepresenteerd en iedereen werd uitgenodigd om vragen te stellen, wij vroegen ons af waarom dat niet meer plaatsvindt?
Advies
Wij geven het volgende advies:
- Communiceer beter met de hulpvragers over de mogelijkheid om gebruik te maken van een onafhankelijk cliëntondersteuner. Dat moet een vast onderdeel zijn van de intake en moet worden vastgelegd dat hierover gesproken is.
- Maak tijdens het hulpverleningstraject afspraken hoe de nazorg wordt geregeld. Leg deze afspraken vast en leg vast wie verantwoordelijk is voor deze nazorg.
- Communiceer met de hulpvrager vaker over de stand van zaken van het hulpverleningsproces en legt dit ook vast.
- Organiseer ook cliëntervaringsonderzoeken bij gemeentelijke organisaties zoals het Servicebureau en het Participatiebedrijf.
- Koppel actief de resultaten van de Cliëntervaringsonderzoeken terug naar belanghebbenden.
Wij hopen dat u spoedig op ons advies reageert en wij zijn graag bereid om ons advies nader toe te lichten.
De cliëntenraad,
19 december 2022