Wat zijn grasaren?
Grasaren zijn de harde pluimen aan het uiteinde van lange grassprieten. Ze komen vooral in de periode van juni tot en met augustus voor. Voor honden kunnen grasaren erg vervelend zijn, met hun weerhaakjes kunnen ze namelijk de vacht en huid van de hond inkruipen. Vaak gebeurt dat op vervelende plekken, zoals tussen de tenen, of rond de ogen, neus of oren. De weerhaakjes op de grasaren maken het lastig om de grasaren te verwijderen. Dit kan leiden tot irritaties en zelfs infecties.

Waar komen grasaren voor?
Grasaren vind je vooral in grasvelden en bermen. Ze komen voor in de hele stad en zitten vooral op plekken waar we het gras lang laten groeien – dat doen we onder andere voor een betere biodiversiteit. Kijk voor meer informatie op onze pagina over kruidenrijk gras. Grasaren komen daar onder andere terecht door wind en hechting aan kleding en vachten.
Wat doet de gemeente tegen grasaren?
Grasaren komen op veel plekken voor, dus het is bijna niet mogelijk om ze helemaal weg te halen. Dat zou ook slecht zijn voor de natuur in de stad.
Op hondenlosloopterreinen mogen honden vrij rondlopen. Deze terreinen zijn afgezet met een hek en worden regelmatig onderhouden. We maaien het gras daar zes keer per jaar. Vier van die keren zijn in de periode waarin grasaren kunnen groeien. Het gras wordt dan met een machine kort gemaaid, maar niet afgevoerd. Als dit op tijd gebeurt, kunnen er geen grasaren ontstaan.
Wat kun je zelf doen?
Het is vooral de taak van de hondenbezitter om overlast te voorkomen. Dat betekent bijvoorbeeld dat je op de aangewezen paden blijft en erop let dat je hond niet in hoog gras komt. Ook is het goed om je hond na een wandeling te controleren op grasaren.
Over het algemeen geldt dat er meer grasaren voorkomen, waar er meer ‘mest’ ligt. Naast dat hondenpoep opruimen verplicht is, is het dus ook in het belang van de honden.
Heb je grasaren gezien bij een hondenuitlaatplaats? Dan kun je dit melden via de BuitenBeter app.