1. Aanleiding
Centraal in de visie WIJeindhoven staat een stevige sociale basis. Een sociale basis die ervoor zorgt dat mensen zo lang dat mogelijk en wenselijk is, kunnen blijven participeren zonder een beroep te (hoeven) doen op 2e lijns zorg. We bieden inwoners de benodigde ondersteuning het liefst dichtbij en laagdrempelig in hun eigen omgeving. Ondersteuning die past bij de vraag van de inwoner en die aansluit bij hun eigen kracht en mogelijkheden. Dit vraagt om samenwerking tussen inwoners, hun eigen netwerk, initiatieven in de sociale basis en professionele/betaalde beroepskrachten. De afgelopen jaren is al veel inspanning geleverd om de transformatie van het sociaal domein vorm te geven. Er staat een stevige basis van actieve inwoners, vrijwilligers, WIJgeneralisten, verbinders en beroepskrachten die met elkaar een groot deel van de ondersteuningsvragen in de stad oppakken. Toch zien we nog veel kansen om de sociale basis verder te verstevigen en meer samenwerking tussen de sociale basis en de aanvullende 2e lijns ondersteuning te bewerkstelligen. Zo ook op het gebied van dagbesteding. Al een paar jaar geleden zijn we gestart met activiteiten om in de sociale basis vorm te geven aan algemeen toegankelijke, laagdrempelige voorzieningen als (voorliggend) alternatief voor de bestaande 2e lijns dagbesteding. In het coalitieakkoord 2018-2022 wordt hier het volgende over geschreven:
“We nemen verdergaande stappen om 2e lijns voorzieningen om te vormen naar algemeen toegankelijke voorzieningen in de sociale basis. Dit willen we in ieder geval doen voor dagbesteding, begeleiding en mogelijk voor groepsbegeleiding. Deze beweging verankeren we in de nieuwe inkoop vanaf 2020. In opmaat daarnaartoe starten we pilots om de mogelijkheden te onderzoeken”.
Per 2021 sluiten we nieuwe zorgovereenkomsten af met zorgaanbieders. Dat moment benutten we om de hierboven beschreven ambitie waar te maken, en via een gerichte subsidieregeling te zorgen voor een impuls in de beoogde transformatie in dagbesteding. Dat alles vanuit de overtuiging dat ondersteuning dichtbij, op maat, laagdrempelig en uitgaand van het ‘normale’ zorgt voor meer duurzame resultaten, tevreden inwoners en toekomstbestendige ondersteuning. Normaal waar mogelijk en speciaal waar nodig.
2. Doel subsidieregeling
Alle inwoners met een ondersteuningsbehoefte op het gebied van dagbesteding kunnen zo lang dat wenselijk en mogelijk is terecht bij een, voor hen passende, laagdrempelige voorziening (indicatievrij) in hun eigen omgeving.
3. Huidige situatie
2 vormen van dagbesteding:
- Dagbesteding in de sociale basis - mogelijk gemaakt o.b.v. subsidieregeling Transformatie Sociaal Domein
- OZL dagbesteding (07A03) - ingekocht bij zorgorganisaties via inkoopovereenkomst (en beschikbaar in de vorm van een persoonsgebonden budget)
4. Toekomstbeeld
We maken vanaf 2021 een onderscheid tussen:
- Basisdagbesteding (algemene voorziening)
- Maatwerkvoorziening dagbesteding. Daarbij geldt de ‘vuistregel’: basisdagbesteding, tenzij.. Alleen als basisdagbesteding niet (meer) passend is, kan een inwoner in aanmerking komen voor de maatwerkvoorziening dagbesteding. Waar noodzakelijk kan worden opgeschaald van basisdagbesteding naar maatwerkdagbesteding, en andersom is afschalen van maatwerkvoorziening dagbesteding naar algemene voorziening basisdagbesteding zeker ook een optie.
5. Uitgangspunten transformatie dagbesteding
- De vraag is niet ‘of’, maar ‘op welke manier’.
- Het gaat niet om ‘erbij’, maar ‘vervangend aan’ de huidige vorm van dagbesteding.
- Zoveel mogelijk beschikkingsvrij werken door het beschikbaar stellen van algemene voorzieningen.
- Select stedelijk aanbod (o.b.v. indicaties) voor bijzondere doelgroepen (“samen wat kan, apart wat moet”).
- Het bestaande aanbod dat veelal te vinden is in de sociale basis wordt benut als startpunt voor de vormgeving van basisdagbesteding.
- Basis dagbesteding wordt gebiedsgericht vorm gegeven, zoveel mogelijk in samenwerking tussen sociale basis en 2e lijn.
- Samenwerkende partijen zetten samen kennis, inzet van medewerkers/vrijwilligers en locaties in ten behoeve van het gezamenlijke aanbod in een bepaald gebied.
6. Inhoud en resultaten van basisdagbesteding
6.1 Doelstelling basisdagbesteding
Met het realiseren van de basisdagbesteding wordt in ieder geval aan de volgende doelen/resultaten gewerkt:
- het bieden van een prettige, laagdrempelige ontmoetingsplek voor sociale contacten
- het bieden van gevarieerde activiteiten die de zelfredzaamheid van deelnemers bevorderen, behouden of compenseren;
- voorkomen van sociaal isolement
- bijdragen aan gevoel van eigenwaarde, gezondheid, welbevinden en kwaliteit van leven
- creëren van een dagstructuur
- het ontlasten van de betrokken mantelzorger(s)
Binnen de basisdagbesteding wordt in een intake/kennismaking per deelnemer gekeken wat hij/zij komt ‘halen’ en ‘brengen’. De gewenste ondersteuning wordt vertaald naar concrete doelen/resultaten en daarbij behorende activiteiten die gemonitord en geëvalueerd worden met de deelnemer zelf; zo nodig worden zijn/haar doelen/resultaten en daarbij behorende activiteiten aangepast.
Basisdagbesteding richt zich, in principe, niet op activering richting (vrijwilligers)werk/uitstroom. Al kan dat wel een neveneffect zijn van de activiteiten die worden aangeboden.
6.2 Kritische Prestatie Indicatoren (suggesties)
Aan aanbieders wordt gevraagd om inzichtelijk te maken op welke manier zij de resultaten van hun activiteiten inzichtelijk maken middels kritische prestaties indicatoren (KPI’s). Voorbeelden van KPI’s zijn:
Effectiviteit & kwaliteit
- Daar waar van toepassing: worden de doelen zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan van de inwoner behaald? In 90% van de gevallen worden de doelen zoals vastgesteld behaald.
- 100% van de betrokken mantelzorgers geeft aan zich gesterkt/ontlast te voelen door het aanbod.
- Aantal inwoners dat doorstroomt naar de maatwerkvoorziening dagbesteding neemt af.
Cliëntervaring
- De cliëntervaring dient, gemeten op een schaal van 1 tot 10, minimaal een 7 te zijn.
6.3 Omschrijving basisdagbesteding
a. Locatie
In elk werkgebied van WIJeindhoven zijn er één of meerdere fysieke locaties met passend aanbod voor de diversiteit aan inwoners in dat gebied. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van reeds bestaande en daarvoor beschikbare of geschikte locaties, zoals vrijetijdsaccomodaties (VTA’s), locaties waar ondersteuning van de 2e lijn wordt geboden en inloopvoorzieningen. Het aantal locaties staat vooraf niet vast. Dit is maatwerk per gebied: afhankelijk van wat de behoefte is, wat er beschikbaar is en welke samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Om voldoende locaties en passende spreiding te garanderen, moet er in ieder geval één fysieke locatie zijn per gebied die in ieder geval gedurende werkdagen tijdens kantoortijden geopend is. Naar onze verwachting omvat het basisdagbestedingsaanbod een aantal fysieke locaties per gebied dat met elkaar samenwerkt/afstemt. Verschillende locaties kunnen openingstijden en voorzieningen op elkaar afstemmen (bijv. 2 dagdelen aanbod in de VTA en 3 dagdelen in een zorglocatie). Een aantal uitgangspunten op een rijtje:
- Minimaal één locatie per gebied
- De locaties zijn veilig, schoon en bieden de passende faciliteiten voor een gevarieerd aanbod, waar mogelijk binnen en buiten.
- Er wordt zoveel mogelijk ingespeeld op de individuele behoeften van de deelnemers in het gebied bijvoorbeeld door het faciliteren van een prikkelarme ruimte.
- Er zijn in elk gebied locaties voor basisdagbesteding beschikbaar die volledig rolstoeltoegankelijk zijn.
- De aanvrager dient zelf de locaties beschikbaar te hebben per 1 januari 2021.
- Er is een aantal stedelijke, vakgerichte, voorzieningen voor basisdagbesteding zoals een (of een aantal) fietsenwerkplaatsen, kunstateliers en/of werkplaatsen.
b. Begeleiding
Voor de begeleiding die door jou (aan de cliënt) wordt geboden, hebben we de volgende uitgangspunten omschreven; de begeleiding:
- Is betrokken, zorgt voor een fijne sfeer, een laagdrempelige ontmoetingsplek.
- Je hebt hierbij ook pro-actief aandacht voor inwoners die niet als vanzelfsprekend gebruik maken van jouw aanbod
- vraagt om een generieke deskundigheid en signalerend vermogen; afhankelijk van de deelnemers aangevuld met specifieke deskundigheid,
- Is gericht op het behalen van de doelen/resultaten zoals bepaald bij de intake/kennismaking van de deelnemer,
- Is passend en sluit aan bij de specifieke problematiek en behoeften van de deelnemers
- Is gericht op het bevorderen of behouden (stabilisatie) van de zelfredzaamheid; het vraagt deskundigheid om deelnemers binnen hun mogelijkheden actief te laten zijn, functieverlies zoveel als mogelijk te voorkomen/ vertragen en (toenemende) kwetsbaarheid te signaleren.
- Sluit aan bij de hoogst haalbare doelen van de inwoner,
- Anticipeert op de mogelijk sterk fluctuerende ondersteuningsbehoefte van de inwoner. Er is vaak sprake van een wankel evenwicht. Waar nodig wordt opgeschaald naar ondersteuning binnen de maatwerkvoorziening dagbesteding. Waar mogelijk wordt doorverwezen naar activerende dagbesteding als opstap naar werk.
- Je houdt rekening met de situatie en draagkracht van de mantelzorger.
c. Het antwoord (activeren)
In het algemeen geldt dat je:
- Activiteiten biedt die structureel plaatsvinden op basis van een op de cliënt gerichte aanpak en zoveel mogelijk met zijn of haar actieve betrokkenheid;
- Activiteiten biedt die plaatsvinden in groepsverband;
- Activiteiten biedt die mantelzorgers ontlasten en/of ondersteunen bij het (langer) thuis blijven wonen van personen in een kwetsbare situatie.
- Activiteiten biedt die passen bij de interesses, de (culturele) achtergrond, de (cognitieve en fysieke) mogelijkheden/vaardigheden en beperkingen van de cliënt. Hiertoe biedt je een gevarieerd aanbod.
- De mogelijkheid biedt voor cliënten om te rusten (waar nodig)
- Een aanbod heeft waarin de keuze gemaakt kan worden tussen individuele activiteiten of activiteiten in kleinere groepjes.
Aanbod wordt gebiedsgericht vormgegeven
Wijken en gebieden verschillen van elkaar in leeftijdsopbouw, samenstelling van huishoudens, sociaaleconomische factoren en ondersteuningsvragen. Ook kent elke wijk andere bewoners- en wijkinitiatieven en zijn er wel/geen professionele zorglocaties gevestigd (die al wel/niet samenwerken met wijkinitiatieven). Uitgangspunt is dat basisdagbesteding gebiedsgericht wordt georganiseerd in de omgeving van de inwoner zelf, waarbij de aanwezige potentie van de bewoners, deelnemers, organisaties, vrijwilligers en professionals wordt benut. De beste passende vorm/organisatie van basisdagbesteding verschilt per gebied. De locaties worden zo veel mogelijk van onderop vormgegeven. Hierbij wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van wat er in de gebieden al is opgebouwd in lijn met deze transformatie. Uitgangspunt is dus dat er zoveel mogelijk wordt aangesloten bij locaties en initiatieven die al een bewezen gevestigde functie hebben in een wijk/buurt/gebied (bijvoorbeeld te zien aan aantal deelnemers). Er wordt recht gedaan aan die bestaande initiatieven en niet mee geconcurreerd. Hoewel er bij de vormgeving van basisdagbesteding zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de behoefte in het gebied, kan maatwerk ook betekenen dat een inwoner de best passende ondersteuning vindt buiten de eigen wijk. Zo gaan wij er vanuit dat bepaalde vakgerichte vormen van basisdagbesteding (denk aan een fietsenwerkplaats, een groenproject of een kunstatelier/kluswerkplaats) op een aantal plekken stedelijk worden vorm gegeven en niet in per se in elk gebied. Ook hierbij is het uitgangspunt gebruik te maken van de bestaande locaties in de stad.
d. Doelgroep
Basisdagbesteding is een algemene voorziening en is daarmee toegankelijk voor iedereen. Zowel voor inwoners die als vrijwilliger graag iets komen brengen (potentieel) of willen ontmoeten, alsook meer kwetsbare inwoners die voor kortere of langere tijd ondersteuning nodig hebben in de vorm van dagbesteding. Hoewel de naam ‘basisdagbesteding’ mogelijk anders suggereert, wordt per individu gekeken wat nodig is en wordt er gedaan wat nodig is (‘maatwerk’). Als een inwoner op regelmatige basis (niet incidenteel) professionele ondersteuning nodig heeft en behoefte heeft aan continuïteit in dat contact, wordt dit vastgelegd en gevolgd. De gewenste ondersteuning word vertaald naar concrete doelen/resultaten en daarbij behorende activiteiten die systematisch worden gevolgd en geëvalueerd met de deelnemer zelf en zo nodig aangepast. Het is aan de subsidieontvangers om te bepalen hoe zij een dergelijk ondersteuningsplan/dossier/volgsysteem inricht. Bij de betreffende inwoners kan gewerkt worden aan het (stimuleren van) eigen inbreng en eigen regie (dat maakt een onderscheid met maatwerkvoorziening dagbesteding). Het onderscheid met de doelgroep die opgevangen wordt in de maatwerkvoorziening dagbesteding wordt verder geduid in onderstaand schema. Het bieden van een laagdrempelige ontmoetingsplek (inloop) voor dak- en thuislozen maakt geen onderdeel uit van deze opdracht aangezien dit aanbod wordt georganiseerd binnen de opdracht Maatschappelijke Opvang (MO). Van de aanbieders van basisdagbesteding wordt gevraagd de betreffende groep te verwijzen naar de 24-uurs basisvoorziening MO.
Basisdagbesteding |
Maatwerkvoorziening dagbesteding |
---|---|
Volwassenen met een psychiatrische, somatische, een verstandelijke of zintuigelijke beperking of psychische klachten, die beperkingen hebben op het terrein/ de terreinen van:
|
Volwassenen met een psychiatrische, somatische, een verstandelijke of zintuigelijke beperking of psychische klachten, die zware beperkingen hebben op het terrein/ de terreinen van:
|
Inwoner heeft een redelijk tot beperkt inzicht in zijn/haar beperking of ondersteuningsvraag | Inwoner heeft geen/een zeer beperkt inzicht in zijn/haar beperking of ondersteuningsvraag. |
Er is bij de inwoner sprake van een zekere mate van eigen inbreng/eigen regie (beperkt regieverlies) | Het ontbreken van-, of een progressief verlies van regie kenmerkt de inwoner. |
(redelijk) stabiel - voorspelbare situatie | Instabiele (psychische) situatie: zeer snel psychisch uit balans – situatie is erg onvoorspelbaar |
Inwoner heeft dagbesteding met een gemiddelde tot duidelijke structuur nodig. | Inwoner heeft dagbesteding met een strakke structuur nodig. |
Soms is er noodzaak tot direct handelen/ingrijpen (fysiek/gedrag) | Er is vaak noodzaak tot direct handelen/ingrijpen (fysiek/gedrag) |
Vaak een mix van doelgroepen mogelijk | Zeer beperkt een mix van doelgroepen mogelijk |
Inwoner kan in een groep functioneren | Inwoner kan niet/nauwelijks in een groep functioneren (ernstig onaangepast gedrag, veiligheidsrisico, prikkelgevoeligheid, grensoverschrijdend gedrag) |
Inwoner kan, eventueel met ondersteuning, omgaan met veranderingen | Inwoner kan niet/nauwelijks omgaan met veranderingen. Moeite met reguleren van emoties of gedrag. |
Generieke deskundigheid, aangevuld met specifieke deskundigheid en signalerend vermogen | Specifieke deskundigheid en signalerend vermogen. |
Behoefte aan aanwezigheid professionele begeleiding | Behoefte aan intensieve professionele individuele begeleiding (meerdere keren per dag) binnen de groep en/of intensieve lijfgebonden zorg |
Aanpassingen in fysieke ruimte in beperkte mate noodzakelijk: bijvoorbeeld wel zorg dragen voor rolstoeltoegankelijkheid of prikkelarme ruimte | Ingrijpende aanpassingen in fysieke ruimte noodzakelijk, denk aan individueel aangepaste werkplekken. |
Beperkte/geen fysieke/medische zorgbehoefte | Grote fysieke/medische zorgbehoefte |
Geen/incidenteel misbruik van alcohol/drugs leidend tot mogelijke overlast tijdens ondersteuning | Frequent misbruik van alcohol/drugs leidend tot overlast tijdens ondersteuning |
Samenwerking sociale basis en huidige 2e lijn
Het bieden van een passende plek voor alle inwoners, dus ook de meer kwetsbare groep die om ondersteuning op maat vraagt binnen basisdagbesteding, vraagt dat de huidige sociale basis en 2e lijns organisaties de handen ineen slaan zodat ze goed zijn toegerust voor het bieden van deze voorziening. De expertise van zorgorganisaties wordt ingezet binnen de basisdagbesteding, waardoor daar ook bij meer complexe/zorggerelateerde vragen ondersteuning op maat geboden kan worden. Hierdoor kan ook specifieke ondersteuning beschikkingsvrij worden geboden. Dit leidt tot snellere en flexibelere inzet en een normalisering van het aanbod aan dagbesteding in onze stad. De subsidieaanvragers maken aantoonbaar op welke manier de expertise vanuit de 2e lijn én die van de sociale basis optimaal ten dienste staan van de nieuw te vormen basisdagbesteding. De specialistische expertise vanuit de huidige 2e lijn werkt zoveel mogelijk vanuit bestaande buurtontmoetingsplekken zonder dat dit een nadelig effect heeft op een bestaande, goed werkende vrijwilligersstructuur. Hierbij dient ook voorkomen te worden dat de drempel van deze locaties hoger wordt door de aanwezigheid van beroepskrachten. Er kan dan ook voor gekozen worden om op verschillende locaties (of ruimtes binnen een locatie) in het gebied vorm te geven aan varianten van basisdagbesteding wanneer dat meer passend is bij de ondersteuningsvraag van de inwoner (bijvoorbeeld bij een behoefte aan een prikkelarme, meer beschermde plek).
Mengen van doelgroepen
Je bent zelf verantwoordelijk voor een doelmatige en beheersbare mix van doelgroepen op de locatie, die leidt tot het behalen van de resultaten in de ondersteuningsplannen voor de individuele deelnemers. In principe richt basisdagbesteding zich op alle inwoners en de ‘Wmo-brede’ doelgroep. In de subsidieaanvraag beschrijf je op welke inwoners jij je richt.
6.4 Toeleiding en plaatsing
Omdat basisdagbesteding wordt georganiseerd als algemene voorziening is er geen zorgindicatie (beschikking) nodig om deel te kunnen nemen. Inwoners kunnen zelf binnen lopen en professionals uit de eerste lijn kunnen direct doorverwijzen naar deze voorziening.
6.5 Vervoer
Inwoners worden geacht zelf of met behulp van hun netwerk vorm te geven aan vervoer naar de locatie. Hierbij kan ook gekeken worden naar de mogelijkheid van collectief vraagafhankelijk vervoer (taxbus) of een andere bestaande vervoersvoorziening (zoals de Witte Raaf). Indien dit voor deelnemers geen passende optie is, zijn er twee mogelijkheden: 1) de aanbieder van basisdagbesteding kan dit op voorhand onderbouwen en vraagt een budget aan voor vervoer binnen de subsidieaanvraag óf 2) de inwoner krijgt in die gevallen een indicatie voor vervoer en de betrokken aanbieder financiert het vervoer op die basis. Dit laatste kan enkel indien u nu een gecontracteerd aanbieder bent op het product Wmo vervoer (die overeenkomst wordt met een jaar verlengd). In 2021 gaan we met elkaar op zoek naar de meest praktische werkwijze m.b.t. inzet van vervoer.
7. Ontwikkelopgaven
Naar de toekomst toe zien wij de volgende ontwikkelopgaven voor ons:
Potentie van basisdagbesteding vergroten
De potentie van de basisdagbesteding wordt steeds verder vergroot (door meer variëteit in aanbod/activiteiten//begeleiding/ fysieke aanpassingen van de ruimte) waardoor de groep inwoners die er gebruik van kan maken steeds verder wordt vergroot en er minder inwoners aanspraak maken op een geïndiceerde maatwerkvoorziening dagbesteding.
Één centraal punt voor de wijk
Het toekomstbeeld van de locaties voor basisdagbesteding is dat het centrale ondersteunings-/ en ontmoetingsplekken worden voor de buurt. Daarbij denken we aan het bieden van:
-
Collectieve vormen van begeleiding voor inwoners uit het gebied
- Plek voor informatie en advies
- WIJeindhoven spreekuur
(Collectieve) begeleiding in de wijk
Door de aanwezige professionals in de basisdagbesteding, zijn het kansrijke plekken om een stuk begeleiding collectief aan te bieden. Er zal nader uitgewerkt moeten worden welk ‘stuk’ van de huidige ambulante begeleidingsproducten hiervoor in aanmerking komt.
Activering richting werk
Het product 10A53 ‘arbeidsmatige dagbesteding’ blijft vooralsnog bestaan onder de bestaande contractafspraken. Deze opdracht omvat dan ook niet expliciet de opdracht om middels dagbesteding toe te werken naar uitstroom richting activering/werk. Vanaf de start zouden de algemeen toegankelijke plekken voor basisdagbesteding wel kansrijke plekken kunnen zijn voor inwoners om eerste stappen te zetten richting ‘meedoen’. Aangezien het algemene voorzieningen zijn, kunnen inwoners daarvoor terecht. We zullen monitoren wat de resultaten zijn op dit vlak en kijken in hoeverre we het product arbeidsmatige dagbesteding ook voor een groot deel in de wijk kunnen organiseren